Orkesten
1 / 17
La durée de la leçon est: 40 minIntroduction
In deze les maken de leerlingen kennis met de verschillende orkesten. Deze les is een kennismaking op de aankomende lessen die door muzikanten in de klas worden gegeven.
Instructions
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen:
- een onderscheid maken tussen de verschillende orkesten.
- verschillende instrumentgroepen noemen.
- bij elke instrumentgroep een bijbehorend instrument noemen.
- benoemen van welk orkest er muzikanten in hun orkest komen.
Benodigdheden:
- Digibord
- Geluidboxen
- Reflectieboekje hoe vond je het instrument? Zie bijlage.
De muzikanten ontvangen vooraf een informatiebrief. Het is aan te raden om deze ook even door te lezen via deze link.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Toelichting
Hier vind je, indien nodig, meer informatie of uitleg over de bijbehorende slide.
Slide 2 - Vidéo
Toelichting
Kijk met de leerlingen dit filmpje. Herkennen ze dit? Ga vervolgens naar de volgende slide om verder het klassengesprek aan te gaan.
Slide 3 - Diapositive
Toelichting
Voer een klassengesprek. Waar hebben ze het orkest weleens gezien of gehoord? Wat is ze aan dit bezoek bijgebleven? Weten ze nog welke muziek er werd gespeeld? En kunnen ze ook instrumenten uit dat orkest benoemen?
Slide 4 - Diapositive
Toelichting
Leg uit dat de muziekvereniging uit de buurt bij ons langs zal komen en de leerlingen de komende tijd (eenmalig of vaker) instrumenten uit dit orkest gaan uitproberen. Jullie gaan in deze les samen onderzoeken welke instrumenten dit zijn.
Slide 5 - Diapositive
Toelichting
Door elke klik op de muis komt er wat informatie in beeld. Het is introducerende informatie waarover in de video op de volgende slide meer wordt vertelt.
Slide 6 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de juiste instrumentgroep naar de juiste plek in het orkest
Slagwerk
Koperblazers
Houtblazers
Strijkers
Slide 7 - Question de remorquage
Toelichting
We testen in deze slide nog een keer of de leerlingen het begrip van instrumentgroepen hebben begrepen.
Laat de leerlingen de juiste titel naar de juiste plek in het orkest schuiven. Je kan dit klassikaal doen door bijv. een leerling bij het digibord te zetten.
Mocht je vragen krijgen over de piano/harp: Deze horen officieel ook bij het slagwerk, omdat je snaren aanslaat (via de toetsen vd piano of door het plukken aan de snaren bij de harp).
Slide 8 - Diapositive
Toelichting
Vertel dat dit de orkesten zijn die vaak in de buurt aanwezig zijn.
Bekijk de verschillende orkesten. Welke instrumentgroep vind je in alle orkesten? (Slagwerk) en welke juist niet? (houtblazers).
Slagwerkinstrument
Houtblaasinstrument
Koperblaasinstrument
Strijkinstrument
Slide 9 - Question de remorquage
Toelichting
Nu we weten in welke groepen welke instrumenten zitten, testen we nu welk instrument bij welke groep hoort. Schuif de juiste plaatjes naar de juiste titel.
Welk instrument hoort
niet in het rijtje thuis?
niet in het rijtje thuis?
Slide 10 - Question de remorquage
Toelichting
- Welk instrument hoort niet thuis in het rijtje? Sleep dat instrument naar het kruis.
- Vraag de leerlingen waarom dit instrument er niet bij hoort.
Van links naar rechts:
pauk, hoorn, djembé en grote trom.
De hoorn hoort er niet bij, want dat is een koperinstrument tussen allemaal slagwerkinstrumenten.
Welk instrument hoort
niet in het rijtje thuis?
niet in het rijtje thuis?
Slide 11 - Question de remorquage
Toelichting
- Welk instrument hoort niet thuis in het rijtje? Sleep dat instrument naar het kruis.
- Vraag de leerlingen waarom dit instrument er niet bij hoort en laat ze de namen van de instrumenten noemen.
Van links naar rechts:
hobo, tuba, hoorn en trompet.
De hobo hoort niet in het rijtje thuis, want dat is een houten blaasinstrument en de rest hoort bij het koper.
Welk instrument hoort
niet in het rijtje thuis?
niet in het rijtje thuis?
Slide 12 - Question de remorquage
Toelichting
- Welk instrument hoort niet thuis in het rijtje? Sleep dat instrument naar het kruis.
- Vraag de leerlingen waarom dit instrument er niet bij hoort
Van links naar rechts:
dwarsfluit, klarinet, trompet en fagot.
de trompet hoort niet in het rijtje, want dat is een koperinstrument tussen allemaal houten blaasinstrumenten.
Welk instrument hoort
niet in het rijtje thuis?
niet in het rijtje thuis?
Slide 13 - Question de remorquage
Toelichting
- Welk instrument hoort niet thuis in het rijtje? Sleep dat instrument naar het kruis.
- Vraag de leerlingen waarom dit instrument er niet bij hoort
Van links naar rechts:
viool, tuba, contrabas, cello.
de tuba hoort niet in het rijtje, want dat is een koperinstrument tussen allemaal strijkinstrumenten.
De muziekvereniging die bij ons langskomt is een...
A
Fanfareorkest
B
Symfonieorkest
C
Harmonieorkest
D
Brassband
Slide 14 - Quiz
Toelichting
Weten de leerlingen toevallig al wat voor soort orkest hun muziekvereniging is? Weet jij het als leerkracht?
Zoek het anders op via internet. Staat het geschreven op hun website? Zien jullie foto's van de verschillende instrumenten? Op de volgende pagina staan alle orkestopstellingen nog een keer bij elkaar, zodat die jullie eventueel kan helpen.
Slide 15 - Diapositive
Toelichting
Nu je weet wat voor soort orkest jullie muziekvereniging is, kunnen jullie nog een keer kijken naar de verschillende instrumenten. Met dat gegeven kunnen jullie de vraag op de volgende slide beantwoorden.
Met welke instrumenten gaan we onder andere kennismaken?
A
Viool, klarinet, trompet, snare drum
B
Trompet, trombone, hoorn, snare drum
C
Trompet, saxofoon, snare drum
D
Dwarsfluit, trompet, klarinet, snare drum
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 17 - Diapositive
Toelichting
In deze slide licht je het reflectieboekje toe. Dit doe je door eerst door te nemen wat er gaat gebeuren als de muzikanten in de klas zijn. Dit doe je door op de hotspots te klikken. Daarna deel je het boekje uit. Je kan ervoor kiezen de leerlingen zelf alvast hun naam, de naam van de muziekvereniging en het soort orkest te laten invullen.
