Les 3: Grootheden, eenheden, voorvoegsels

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les 3: Grootheden, eenheden en voorvoegsels

  • Huiswerk nakijken
  •  Uitleg: grootheden, eenheden en voorvoegsels
  • Quiz
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Pak je boekje erbij

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Planning en huiswerk
Huiswerk: 3.1 t/m 3.4 en 4.1 t/m 4.6
19 september - SO p1 t/m p4

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen
1.3.1.      Je kunt beschrijven wat een grootheid is en je kan er drie voorbeelden van noemen.
1.3.2.      Je kunt beschrijven wat een eenheid is en je kan er drie voorbeelden van noemen.
1.3.3.      Je kent de grootheden en bijbehorende eenheden (incl. symbolen) die we dit jaar bij natuurkunde gebruiken.
1.4.1.      Je kan eenheden omrekenen met voorvoegsels van micro t/m mega
1.4.2.      Je kan tijden omrekenen van seconden t/m jaar

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Grootheden en eenheden
Een grootheid is iets wat je kunt meten. 
Een eenheid is waarin je dat meet. Achter het cijfer komt de eenheid. 
Bijvoorbeeld, ik meet de afstand in meters. De afstand is 3 meter. 
Welke grootheden en eenheden kennen we allemaal? 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Voorvoegsels
Wanneer de getallen heel groot of heel klein worden, maken we gebruik van voorvoegsels, zoals kilo of mili. 

Slide 12 - Diapositive

Deze moet je kennen + micro teken
Deze is uitgebreider :)

Slide 13 - Diapositive

  • Hoeveel mg is 3 kg? 

Slide 14 - Diapositive

  • Hoeveel Mm is 600,2 mm?

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel seconden zitten er in een jaar? 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Aan de slag!
3.1 t/m 3.4 en 4.1 t/m 4.6

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen
1.3.1.      Je kunt beschrijven wat een grootheid is en je kan er drie voorbeelden van noemen.
1.3.2.      Je kunt beschrijven wat een eenheid is en je kan er drie voorbeelden van noemen.
1.3.3.      Je kent de grootheden en bijbehorende eenheden (incl. symbolen) die we dit jaar bij natuurkunde gebruiken.
1.4.1.      Je kan eenheden omrekenen met voorvoegsels van micro t/m mega
1.4.2.      Je kan tijden omrekenen van seconden t/m jaar

Slide 19 - Diapositive