Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
§2.3
Slide 1 - Diapositive
Waarom leen je geld?
Slide 2 - Carte mentale
Leenmotieven
1 Je moet een tijdelijk geldtekort overbruggen.
2 Je wilt een dure aankoop niet uitstellen.
3 Je hebt onverwacht dringend geld nodig.
4 Je koopt een huis. Zo'n groot bedrag kun je niet bij elkaar sparen.
Slide 3 - Diapositive
Als geld leent, wat betaal je dan terug?
A
Rente
B
Het geleende geld
C
Niets
D
Rente + het geleende geld
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Andere woorden
Lening = krediet
Rente = kredietkosten!!!
Slide 6 - Diapositive
Voorbeeld
Je leent bij een bank € 7.500. De lening betaal je in twee jaar terug in maandelijkse termijnen van € 368.
a Uit welke twee delen bestaat het maandelijkse termijnbedrag?
Slide 7 - Diapositive
Voorbeeld
Je leent bij een bank € 7.500. De lening betaal je in twee jaar maandelijkse termijnen van € 368.
Bereken de kredietkosten van deze lening.
Slide 8 - Diapositive
Joris koopt een nieuwe motor voor € 22.000. Hij krijgt door inruil van zijn oude motor € 5.000 terug. Het resterende bedrag leent hij. Bereken de kredietkosten voor deze lening.
Dus alleen de rentekosten!!!!
Slide 9 - Question ouverte
Soorten lening (ken de verschillen)
Leningen bij de bank:
Persoonlijke lening
Doorlopend krediet (lening)
Salariskrediet (lening)
Leningen bij een leverancier (winkel):
Koop op afbetaling
Private lease
Hypothecaire lening
Slide 10 - Diapositive
§2.4
Slide 11 - Diapositive
Functies van geld
Giraal en Chartaal geld
Giraal = wat op de bank staat
Chartaal = papier en munt geld
Functies
Ruilmiddel
Spaarmiddel
Rekenmiddel
Slide 12 - Diapositive
Vraag & aanbod van geld
Kan geld duur worden?
Slide 13 - Diapositive
Als de rente om geld te lenen laag staat. Ga je dan sneller lenen?
Ja
Nee
Slide 14 - Sondage
Kun je nu zeggen dan de rente die je betaald om geld te lenen , het prijskaartje is van geld?
Ja
Nee
Slide 15 - Sondage
Hoe ontstaat inflatie? Waar komt dat door?
Slide 16 - Carte mentale
Hoe kun je inflatie of ook wel de vraag naar goederen en diensten afremmen?
Slide 17 - Carte mentale
ECB (Europese Centrale Bank)
Draait aan de knoppen van de rente
Rente omhoog als de inflatie toeneemt.
Rente omlaag als de inflatie laag is.
Slide 18 - Diapositive
nos.nl
Slide 19 - Lien
Moet de rente, gezien het krantenartikel, nu omlaag of omhoog bijgesteld worde ?
A
Omhoog
B
Omlaag
Slide 20 - Quiz
nos.nl
Slide 21 - Lien
Wie kijkt er in de studiewijzer om te (vooruit) plannen