Tr. 7 Leesstrategieën

Welkom

Leesstrategieën


Nederlands
Trede 7
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom

Leesstrategieën


Nederlands
Trede 7

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
  1. Terugblik vorige les
  2. Uitleg leesstrategieën
  3. Oefenen
  4. Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

How to improve 
your reading skills

Slide 3 - Diapositive

Leesstrategieën
Wat is een leesstrategie? 
= hoe je een tekst leest.


- oriënterend lezen
- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen

Slide 4 - Diapositive

Leesstrategieën
Welke gebruik je?
Lees eerst de vraag, bepaal wat voor soort informatie je nodig hebt en waar in de tekst je het kunt vinden. 


Slide 5 - Diapositive

 Leesstrategieën
Orienterend: bekijken en voorspellen
Globaal: vlot doorlezen, begrijpen, onderwerp vastzetten
Zoekend: bekijken en vinden, als een woordzoeker
Intensief: alles goed lezen, de volledige tekst begrijpen/kunnen gebruiken

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Oriënterend lezen
  • Bedoeld om een eerste indruk te krijgen
  • Lay-out: chat, krantenartikel, menu, boodschappenlijst etc.
  • Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
  • Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?

Dit doe je altijd van te voren

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Globaal lezen

Slide 13 - Diapositive

Globaal lezen/ skimmen
  • Je leest de tekst snel door om erachter te komen waar deze over gaat.
  • Maak je niet druk om moeilijke woorden.
  • Probeer de grote lijnen te snappen, de details doen er (nog) niet toe.
  • Kijk naar opvallende stukjes 
  • Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin. 
  • Je zoekt naar aanwijzingen voor het antwoord van de vraag.

Slide 14 - Diapositive

zoekend lezen

Slide 15 - Diapositive

Zoekend lezen/ scannen
  • Scannen: zoeken naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

1. Wat betaal je voor 4 flessen Nivea?
A
2,50 euro
B
10 euro
C
25 euro
D
9,99 euro

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

2. Vanaf hoe laat is deze deal?
A
21.00 uur
B
23.00 uur
C
24.00 uur
D
22.00 uur

Slide 20 - Quiz

Intensief lezen

Slide 21 - Diapositive

Intensief lezen

=
de hele tekst regel voor regel doorlezen

Slide 22 - Diapositive

0

Slide 23 - Vidéo

Tekstdoelen
Vraag jezelf: Waarom schrijven ze dit eigenlijk?
Je spreekt van amuseren als een tekst de lezers wil vermaken.
Als een tekst de lezers iets wil vertellen, spreek je van een informatieve tekst of van informeren.
Een tekst heeft als doel overtuigen als de schrijver wil dat de lezer de mening van de schrijver overneemt.
Als het doel overhalen is, probeert de schrijver de lezers wel of niet iets te laten doen. Het doel is de lezers te activeren.

Slide 24 - Diapositive

Tekstdoelen
- Informeren zoals bij gebruiksaanwijzing, instructie
studieboek, folder, recept
nieuwsbericht, geboortekaartje
- Amuseren  zoals bij roman, strip, kort verhaal
mop, column
-Activeren (overhalen) zoals bij reclamefolder, advertentie
uitnodiging, affiche
- Overtuigen zoals bij ingezonden brief, sommige columns

Slide 25 - Diapositive

Wat doe je bij oriënterend lezen?
A
Een hele tekst helemaal lezen
B
De tekst eerst bekijken

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je het als je de tekst goed gaat lezen ná het zoekend lezen?
(bij het beantwoorden van vragen)
A
globaal lezen
B
intensief lezen
C
oriënterend lezen
D
zoekend lezen

Slide 27 - Quiz

Wat is intensief lezen?
A
de hele tekst regel voor regel doorlezen
B
zoeken naar bepaalde informatie
C
snel door de tekst gaan om te weten waar het over gaat
D
snel de eerste en laatste alinea van de tekst lezen

Slide 28 - Quiz

Welke leesstrategieën
ken je nu?

Slide 29 - Carte mentale

Lesprogramma
  1. Terugblik vorige les
  2. Uitleg leesstrategieën
  3. Oefenen
  4. Zelfstandig werken

Slide 30 - Diapositive


DEZE WEEK INLEVEREN!


DEADLINE
Trede 6

Slide 31 - Diapositive

 Trede 7
LEZEN
SCHRIJVEN 

SPREKEN/ GESPR.VOEREN
Deze week af


                 Volgende week af!

Slide 32 - Diapositive