@H1 tekst Klungelkunde

bespreken tekst Klungelkunde
oefentoets bij Lezen hoofdstuk 3 1 h/v
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

bespreken tekst Klungelkunde
oefentoets bij Lezen hoofdstuk 3 1 h/v

Slide 1 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
communicatie tussen brein en lichaam
B
ongemakkelijke situaties
C
onhandige bewegingen
D
verkeerd gebruikte spierkracht

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding?
A
alinea 1
B
alinea 1 en 2
C
alinea 1, 2 en 3
D
alinea 1, 2, 3 en 4

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Het middenstuk van de tekst kan in drie delen verdeeld worden. Bij welke alinea begint het deel waarboven het kopje Timing past?
A
alinea 2
B
alinea 3
C
alinea 4
D
alinea 5

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Het middenstuk van de tekst kan in drie delen verdeeld worden. Bij welke alinea begint het deel waarboven het kopje Bewegen past?
A
alinea 2
B
alinea 3
C
alinea 4
D
alinea 5

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

‘Volgens Reint Geuze, neuropsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen, ontstaat het probleem vaak bij de aansturing van je ­lichaam.’ (al. 3) Wat gaat er mis?
A
geen duidelijke opdracht aan je spieren > je lichaam werkt niet mee > onhandige beweging
B
geen duidelijke opdracht aan je spieren > onjuiste spierkracht > onhandige beweging
C
geen duidelijke opdracht aan je spieren > te veel spierkracht > er gaat iets mis
D
geen duidelijke opdracht aan je spieren > te weinig spierkracht > je lichaam werkt niet mee

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Wat draagt volgens Reint Geuze bij aan het voorkomen van gestuntel? (al. 4) Noem twee dingen.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Uit welke alinea('s) bestaat het slot?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Waaraan kun je het slot in deze tekst herkennen?
A
Er wordt aangesloten bij de inleiding EN er wordt naar de toekomst gekeken.
B
Er wordt naar de toekomst gekeken EN het bevat een korte samenvatting van de tekst.
C
Het bevat een korte samenvatting van de tekst EN je kunt hier de hoofdgedachte vinden.
D
Je kunt hier de hoofdgedachte vinden EN er wordt aangesloten bij de inleiding.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Een beweging moet je goed plannen en op exact het juiste moment uitvoeren.
B
Hoe meer je je motorische vaardigheden gebruikt, hoe beter ze worden.
C
Om gestuntel te voorkomen, kun je het beste veel bewegen.
D
Soms wordt een opdracht van de hersenen om te bewegen niet goed doorgegeven aan de spieren.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive