Lidwoorden

Lidwoorden
Leerdoel: Ik kan de lidwoorden in het Duits benoemen, toepassen en schrijven.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lidwoorden
Leerdoel: Ik kan de lidwoorden in het Duits benoemen, toepassen en schrijven.

Slide 1 - Diapositive

DE LIDWOORDEN
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
die
das
die
Het lidwoord van het meervoud is altijd die

Slide 2 - Diapositive

Woorden die eindigen op een "-e" zijn meestal:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 3 - Quiz

Als wij het lidwoord "het" gebruiken, vertaal je dat in het Duits meestal naar:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 4 - Quiz

Mannelijke personen krijgen het lidwoord:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 5 - Quiz

Vrouwelijke dieren krijgen het lidwoord:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 6 - Quiz

.... Katze

Slide 7 - Question ouverte

.... Kuh

Slide 8 - Question ouverte

.... Buch

Slide 9 - Question ouverte

.... Pausen

Slide 10 - Question ouverte

.... Stier

Slide 11 - Question ouverte

.... Tier

Slide 12 - Question ouverte

.... Bücher

Slide 13 - Question ouverte

.... Pferd

Slide 14 - Question ouverte

.... Cousin

Slide 15 - Question ouverte

.... Spinne

Slide 16 - Question ouverte

.... Lehrerinnen

Slide 17 - Question ouverte

.... Spinne
.... Lehrer
.... Schaf
.... Schlaugen
die
das
die (meervoud)
der

Slide 18 - Question de remorquage

Einde van dit onderdeel 
  • Wat is de weektaak?
  • Controleer je huiswerk van week 6 via Magister
  • Oefenen woordenschat

Slide 19 - Diapositive