vwo 2 semaine 11 (1)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

programme vwo 2

objectif: prendre/mettre leren herkennen/gebruiken. spreekvaarhedigheid oefenen.

• conversation: Qui est-ce?
  
• bespreken prendre + mettre + appr 9
  
• révision adjectif (bijv. naamwoord)
  
• faire exercices 28 t/m 32
  
• oefenen met verbuga
  

Qui est-ce?

• Je werkt in tweetallen
  
• Schrijf een bekend persoon op je post-it (van school of (inter) nationaal bekend
  
• Zorg dat niemand kan meelezen
  
• Plak hem bij je klasgenoot op het voorhoofd
  
• Om de beurt stel je in het Frans een vraag over het briefje dat op je hoofd geplakt zit.
  

Welke vragen zou je kunnen stellen?

J'_______ une pizza au thon. (prendre, p.c.)

wij nemen =?

Avant, il ______ souvent un steak haché. (prendre, imparfait)

Ce matin, j'ai ____mon nouveau jean.

1. pris
2. allé
3. mis
4. aimé

Wij leggen/zetten

wij legden=?

au travail

Faire exercices 28 t/m 32

oefenen met verbuga (prendre/mettre) (présent, p.c., imparfait)

Vous _______ souvent une jupe. (droegen)

Tu_______ un bonbon? (hebt genomen)