Les 1 spelling: pvtt

Goedemorgen!
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen + huiswerkcontrole
  • Startopdracht werkwoordspelling
  • Nulmeting met Socrative
  • Aan de slag met huiswerk
  • Huiswerk noteren (maandag af)
  • Les afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Stil lezen

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen paragraaf 7 persoonsvorm tegenwoordige tijd


  • Ik kan een persoonsvorm herkennen in een zin
  • Ik ken de regels die horen bij het schrijven van de persoonsvorm tegenwoordige tijd en kan deze regels ook toepassen.

Slide 4 - Diapositive

Startopdracht spelling
1. Schrijf de drie manieren op hoe je een persoonsvorm kunt vinden.
2. Welke regels hanteer je voor het schrijven van de persoonsvorm tegenwoordige tijd? Wat is het verschil tussen de stam en de ik-vorm?
3. Lees onderstaande zinnen. Schrijf de persoonsvorm op en verbeter eventuele fouten.
Het stokbroodje brand volgens mij behoorlijk aan.
Word je zusje morgen al negen?
Het beloofd een mooie dag te worden morgen.
De meester van groep acht bereidt zijn leerlingen voor op de CITO-toets.


Slide 5 - Diapositive

Socrative over werkwoordspellnig

www.socrative.com --> rechtsboven
student login --> room name: OAL
naam + klas invullen en beginnen

Slide 6 - Diapositive

Aan de slag!
Huiswerk niet af van paragraaf 4 verkleinwoorden?? Eerst afmaken!!
Opdracht 2, 3, 4A, 5A, 6A, 7A!

<- 80% goed Socrative? Maak opdracht 1 t/m 5 op je laptop
-> 80% goed Socrative? Maak opdracht 3 t/m 5 op je laptop
van Cursus 7 spelling paragraaf 7 persoonsvorm tegenwoordige tijd
Is ook huiswerk voor maandag!

Slide 7 - Diapositive

Les afsluiten

Slide 8 - Diapositive

Wat is het verschil tussen de stam en de ik-vorm?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm?

Ik fietste hard naar werk, dus ik was nog op tijd.

A
fietste
B
fietste hard
C
fietste & was
D
fietste hard & was

Slide 10 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?

Ik krijg alleen zakgeld als ik de vaatwasser uitruim.

A
krijg
B
als
C
krijg & ruim
D
krijg & uitruim

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je de persoonsvorm?
... (branden) je fietslamp nog steeds?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe schrijf je de persoonsvorm?
Martijn ... (beloven) zijn vader om de vloer te stofzuigen.

Slide 13 - Question ouverte