H6.7 Huisinstallatie

Elektriciteit in huis
Lesplanning
  1. Uitleg 'de elektrische huisinstallatie´
  2. Aan de slag.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Elektriciteit in huis
Lesplanning
  1. Uitleg 'de elektrische huisinstallatie´
  2. Aan de slag.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huisinstallatie
  • hoofdzekering
  • elektriciteitsmeter
  • hoofdschakelaar
  • aardlekschakelaar
  • groepen met zekering
video
Er staat een verhelderende video op de onlineomgeving van Overal Natuurkunde

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit er in de meterkast?
Hoofdzekering:
Controleert of er niet te veel stroom het huis ingaat. 

Kilowattuur-meter:
Deze meet hoeveel elektrische energie je in huis gebruikt.

Aardlekschakelaar:
Deze controleert of er ergens in huis stroom lekt. 
In dat geval verbreekt het de stroomkring.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg hoofdzekering

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aardlekschakelaar

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zekeringen
Elke groep heeft een zekering, ook wel de groepszekering, die de stroom afsluit bij een te hoge stroomsterkte (16 A).

Op deze manier wordt de kans op brand
verkleint bij overbelasting.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veiligheids voorziening meterkast      
     ZEKERING
- Voor elke groep een eigen groepszekering (installatieautomaat: hefboompje dat 'omklapt')
- Als de stroom groter wordt 
   dan 16 A, schakelt groep-
   zekering de stroom uit.
- Dit voorkomt een brand.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasedraaden nuldraad
Bruin - fase - 230V
Blauw - nul - 0V
Groen/Geel - aarde - 0V
Zwart - schakeldraad - alleen als deze 'aan' staat.

De aarde draad is met een pen in de grond verbonden.
De nul draad is ook met een pen in de aarde verbonden.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Randaarde

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Randaarde

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aarddraad en randaarde
Metalen apparaten hebben meestal
aarddraad (geel/groen)
Dit is verbonden met het metalen
hulsel.
Daardoor kan de stroom via het 
aarddraad, naar de randaarde, door 
naar de aardlekschakelaar.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kortsluiting

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De transformator

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De transformator

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formule:

Formule voor een transformator



Een transformator:
Dit kun je ermee:

De spanning of het aantal windingen uitrekenen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zekering - beveiliging

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overbelasting:
Wat gebeurt er met de totale weerstand tussen punt P en Q wanneer je meer weerstanden parallel schakeld?

A
neemt toe
B
blijft gelijk
C
neemt af

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde
Oefenen met opdrachten van H6.7
Zelf kiezen


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Aan het einde van deze les
kan je de stroomsterkte, spanning en weerstand berekenen in serie- en parallelschakelingen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er wordt een schakeling gebouwd met drie identieke weerstanden en een voeding. Deze schakeling is een ...
A
serieschaking
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht applet
parallelschakeling

Slide 21 - Diapositive

  • Regels formuleren voor spanning, stroomsterkte en weerstand in een parallelschakeling.
  • Welk lampje brandt feller?
  • Als de weerstand van lampje A toeneemt..
    - Wat gebeurt er met de stroomsterkte?
    - Wat gebeurt er met de spanning over lampje A, en met de spanning over lampje B?

Serieschakeling
30
6
4
30
3
6,7
0,5
0,6
0,2

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Serieschakeling
Itot=I1=I2=...
Utot=U1+U2+...
Rtot=R1+R2+...

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parallelschakeling
30
6
4
30
3
6,7
0,5
0,9
0,3

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Parallelschakeling
Itot=I1+I2+...
Utot=U1=U2=...
Rtot1=R11+R21+...

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vier lampen in de onderstaande schakelingen zijn gelijk. Welke schakeling geeft meer licht?
A
Schakeling I
B
Schakeling II
C
De schakelingen geven evenveel licht.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
 §1.5 opgave 52 t/m 58, (62), (63), 65, 66 en 67


Denk aan het nakijken.


Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Helena heeft twee lampjes:
P: 14 V/ 0,7 A
Q: 18V / 0,5 A
In welke schakeling kunnen beide lampjes volgens de specificaties branden als de waarde van de getekende weerstand juist wordt gekozen.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions