H2.4 wolken en onweer

H2 Het weer
2.4 wolken en onweer
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H2 Het weer
2.4 wolken en onweer

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
  • Leerdoelen doorlopen
  •  

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
2.4.1 Je kunt met behulp van een grafiek bepalen hoe hoog het dauwpunt is.
2.4.2 Je kunt uitleggen van welke factor de hoogte van het dauwpunt afhangt.
2.4.3 Je kunt stap voor stap beschrijven op welke manier stapelwolken ontstaan.

Slide 3 - Diapositive

Dauwpunt (1)
Lucht bevat waterdamp
Hoeveel waterdamp is afhankelijk van de temperatuur

Hoe hoger de temperatuur, hoe meer waterdamp de lucht kan bevatten

Slide 4 - Diapositive

Dauwpunt (2)
Lucht afkoelen --> waterdamp op een bepaald moment condenseren --> dauwpunt
Dauwpunt = maximale hoeveelheid waterdamp die de lucht kan bevatten, bij een bepaalde temperatuur

Slide 5 - Diapositive

Bij welk punt wordt het dauwpunt aangegeven?
A
Blauw
B
Geel
C
Groen
D
Rood

Slide 6 - Quiz

Ontstaan van stapelwolken (1)
1. Zon warmt aardoppervlak op, bodem wordt op de ene plaats warmer dan op de andere
2. Plaatsen waar de grond warmer is, wordt de lucht boven de grond ook warmer --> ontstaan grote bellen met warme lucht
3. Lucht die warm wordt, zet uit --> dichtheid kleiner dan omringende koude lucht
4. Bellen met warme lucht stijgen op

Slide 7 - Diapositive

Ontstaan van stapelwolken (2)
5. Tijdens stijgen  zet de lucht in de bel uit en koelt af --> temperatuur daalt tot onder dauwpunt
6. Waterdamp in luchtbel begint te condenseren --> luchtbel is zichtbaar, stapelwolk ontstaan
7. Stapelwolk aan onderkant meestal vlak, die hoogte ligt het condensatieniveau, hoogte waarop de waterdamp condenseert
8. Toppen stapelwolk geven aan hoe hoog bellen zijn gestegen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Mooiweerwolken
Temperatuur in opstijgende luchtbellen niet veel hoger dan omgeving
Luchtbel stijgt langzaam en bereikt geen grote hoogte --> krijgt een mooiweerwolk
Hierin stroomt de lucht stroomt 

Slide 10 - Diapositive

Buienwolken
Temperatuur in opstijgende luchtbel veel hoger dan omgeving
Luchtbel stijgt heel hoog, wolk krijgt een donkere onderkant
Bovenin de wolk ontstaan ijskristallen die naar beneden vallen --> regen/sneeuw/hagel

Slide 11 - Diapositive

Wat is het verschil in ontstaan van mooiweerwolken en buienwolken?
A
Mooiweerwolken zijn lichter van kleur
B
In mooiweerwolken stroomt de lucht rustiger
C
De temperatuur van de luchtbel vergeleken met de omgeving
D
De hoeveelheid waterdamp in de lucht

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Hoe onstaat een wolk?
De zon verwarmt het zeewater, het vloeibare water verandert in waterdamp. Als de lucht met waterdamp afkoelt, treedt er condensatie op en ontstaat er een wolk
Hoe onstaat neerslag in een wolk?
Neerslag ontstaat als miljarden zwevende druppeltjes en ijsdeeltjes in wolken aan elkaar gaan kleven. Ze worden te zwaar en vallen naar beneden.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive