met en zonder tegenprestatie

Salaris of loon
A
Inkomen in geld
B
Inkomen in natura
C
Met tegenprestatie
D
Zonder tegenprestatie
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Salaris of loon
A
Inkomen in geld
B
Inkomen in natura
C
Met tegenprestatie
D
Zonder tegenprestatie

Slide 1 - Quiz

Je werkt in een restaurant en krijgt als deel van je salaris elke dag een
maaltijd.
A
Met tegenprestatie
B
Zonder tegenprestatie
C
In natura
D
In geld

Slide 2 - Quiz

Je maait het gras bij de buren en krijgt daarvoor 5 euro
Dan zijn dit:
A
Inkomsten in natura
B
Inkomsten met tegenprestatie
C
Inkomsten zonder tegenprestatie

Slide 3 - Quiz

Zij krijgt geld voor het maaien van gras. Dit heet inkomen met tegenprestatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Bij welk inkomen is geen tegenprestatie nodig.
A
Natura
B
Bezit
C
Arbeid
D
Overdracht

Slide 5 - Quiz

Wat zijn inkomsten met tegenprestatie?
A
verjaardagsgeld
B
een cadeau
C
vakantie op kosten van je ouders
D
een bijbaan

Slide 6 - Quiz

Mag je zomaar inkomen uit natura en inkomsten met een tegenprestatie bij elkaar op tellen ?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Romy krijgt elke zaterdag 2 euro zakgeld dan zijn dit
A
Inkomsten met tegenprestatie
B
Inkomsten zonder tegenprestatie

Slide 8 - Quiz

Wanneer je geld voor je verjaardag krijgt spreek je van inkomen met tegenprestatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Piet werkt vijf dagen per week als schoonmaker. Dit is een vorm van inkomen....
A
met tegenprestatie
B
zonder tegenprestatie

Slide 10 - Quiz

Krista krijgt 6 euro van haar opa omdat zij zijn auto heeft gewassen. Dit noemen we
A
Inkomsten met tegenprestatie
B
Inkomsten zonder tegenprestatie
C
Inkomsten in natura

Slide 11 - Quiz