Vragers & Aanbieders Hoofdstuk 2 (3)

Hoofdstuk 2 (3)
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 (3)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kent de begrippen premiedifferentiatie, bonusmalusregeling, marktfalen en transactiekosten.
  • Je kunt uitleggen welke maatregelen verzekeringsmaatschappijen kunnen nemen om averechtse selectie en moral hazard tegen te gaan.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen risico-aversie, asymmetrische informatie, averechtse selectie en moral hazard.


Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Uitleg paragraaf 2.3
  • Bespreken opdracht 2.5 t/m 2.11
  • Maken opdrachten 2.12 t/m 2.14

Slide 3 - Diapositive

BonusMalus regeling

Slide 4 - Diapositive

BonusMalus regeling
Je premie is het 1e jaar € 175 p/m, wat wordt je premie het 2e jaar als je geen schade rijdt?
  • je klimt naar B/M trede 2 (korting 0%)
  • 100 / 120 x € 175 = € 145,83
Wat wordt je premie het 7e jaar als je
  geen schades rijdt?
  • je klimt naar B/M trede 7 (korting 45%)
  • dus 55 / 100 x € 145,83 = € 80,21
Wat wordt je premie als je het 7e jaar
   één schade rijdt?
  • je daalt naar B/M trede 4 (korting 20%)
  • dus 80 / 100 x € 145,83 = € 116,66

Slide 5 - Diapositive

Gevolgen
Marktfalen
  • De vrije marktwerking wordt verstoord. Op de markt komt geen optimale situatie tot stand. Vraag en aanbod komen niet meer tot een evenwicht
  • Om marktfalen tegen te gaan, zullen verzekeraars proberen meer informatie te krijgen van de potentiële klant.
Transactiekosten
  • Meer informatie verzamelen verhoogt de transactiekosten. Dit zijn de kosten die gemaakt worden om een (verzekerings) overeenkomst te realiseren  en na te leven.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Welk begrip past bij het filmpje?
A
Risico-aversie
B
Asymmetrische informatie
C
Averechtse selectie
D
Moral hazard

Slide 8 - Quiz

Bespreken
Opdracht 2.5 t/m 2.11
blz. 25, 26 en 27

Slide 9 - Diapositive

Een verzekering sluit je af als je kans hebt op ................             
en je wilt dat het vergoed wordt door de verzekering.

Verzekeren is het overnemen van de ..................................                              
van een schade van een verzekerde door een verzekeraar. 
Een  ............................................   noem je ook wel een verzekeringsmaatschappij.

De .................................... is degene die een verzekering afsluit bij een verzekeraar. 

De ............................................. is het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen.
verzekerde
financiële gevolgen
verzekeraar
premie
schade

Slide 10 - Question de remorquage

Wat betekent asymetrische informatie voor de verzekeringsmaatschappij?
A
Verzekerde heeft meer informatie dan verzekeraar
B
Je beschikt allebei niet over de juiste informatie
C
Verzekeraar heeft meer informatie dan verzekerde
D
Verzekerde is iemand anders dan de verzekeringsnemer

Slide 11 - Quiz

Wat is averechtse selectie ?
timer
0:10
A
als de verzekeraar premiedifferentiatie toepast
B
als de slechte risico's de verzekering verlaten
C
Als de goede risico's de verzekering verlaten
D
Als iedereen zich verzekert

Slide 12 - Quiz

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
Vanwege de asymmetrische informatie, kan de verzekeraar geen..

A
Eigen risico instellen
B
Premie-differentiatie toepassen
C
Bonus-malusladder toepassen
D
Transactiekosten maken

Slide 13 - Quiz

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
De verzekeraar zou kunnen onderzoeken wie tot welke groep behoort.
Om welke reden zou de verzekeraar ervoor kunnen kiezen om géén onderzoek uit te voeren?

A
Te hoge transactiekosten
B
Mag niet van de wet
C
Marktfalen
D
Eigen risico

Slide 14 - Quiz

Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden:
Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600.
Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000.
De verzekeraar kan geen premiedifferentiatie toepassen.
Er ontstaat averechtse selectie doordat:
A
Groep A zich niet langer verzekert
B
Groep B zich niet langer verzekert
C
Groep A en B zich niet langer verzekeren
D
Zowel groep A als groep B zich blijven verzekeren

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN goed middel om averechtse selectie tegen te gaan?
A
Premiedifferentiatie
B
Verplicht stellen verzekering
C
Bonus-malus
D
Instellen eigen risico

Slide 16 - Quiz

Wat is een goed middel om MOREEL WANGEDRAG tegen te gaan?
A
Premiedifferentiatie
B
Verplicht stellen verzekering
C
Bonus-malus
D
Instellen eigen risico

Slide 17 - Quiz

Een mogelijk gevolg van averechtse selectie en moreel wangedrag is:
A
Oververzekeren
B
Marktfalen
C
Verlagen premie
D
Instellen eigen risico

Slide 18 - Quiz

Twee beweringen over verwachte schade.
I De verwachte schade = kans op schade x gemiddeld schadebedrag.
II Hoe hoger de verwachte schade, hoe lager de premie.

Welke bewering(en) is/zijn goed?
A
beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
beide zijn fout

Slide 19 - Quiz

In Gelderland staan 1.500.000 auto's geregistreerd met een gemiddelde dagwaarde van € 14.000. Jaarlijks wordt 1% van de auto's gestolen. Een verzekeringsmaatschappij wil 30% van deze auto's verzekeren tegen diefstal. Op de verzekeringspremie berekent de verzekeringmaatschappij een kosten- en winstopslag van 15%. Bereken de jaarpremie.

A
€ 140
B
€ 161
C
€ 175
D
€ 181

Slide 20 - Quiz

Als personen die op vakantie gaan een reisverzekering afsluiten, blijken ze nogal eens waardevolle spullen te verliezen.
Dit is een voorbeeld van ...
A
moral hazard
B
risico-aversie
C
averechtse selectie
D
asymmetrische informatie

Slide 21 - Quiz

Als personen die op vakantie gaan een reisverzekering afsluiten, betalen ze een hogere premie als ze gevaarlijke sporten doen.
Dit is een voorbeeld van ...
A
moral hazard
B
risico-aversie
C
averechtse selectie
D
premiedifferentiatie

Slide 22 - Quiz

Bij welke verzekering is averechtse selectie niet mogelijk?

A
reisverzekering
B
basisverzekering ZVW
C
arbeidsongeschikt- heidsverzekering
D
allrisk autoverzekering

Slide 23 - Quiz

Het bonus/malussysteem is een voorbeeld van ...


A
eigen risico
B
moral hazard
C
averechtse selectie
D
premiedifferentiatie

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je het als mensen met een laag risico bereid zijn te betalen voor mensen met een hoog risico?
A
Risicospreiding
B
Solidariteit
C
Risicoaversie
D
Moral hazard

Slide 25 - Quiz

Een zorgverzekeraar heeft te maken met mensen die op het aanvraagformulier niet invullen dat ze roken. Om welk risico gaat het hier?
A
Asymmetrische informatie
B
Moral hazard
C
Averechtse selectie
D
Moreel wangedrag

Slide 26 - Quiz

Aan de slag met
Opdracht 2.12 t/m 2.14
blz. 27 t/m 29 (V&A)

timer
10:00

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kent de begrippen premiedifferentiatie, bonusmalusregeling, marktfalen en transactiekosten.
  • Je kunt uitleggen welke maatregelen verzekeringsmaatschappijen kunnen nemen om averechtse selectie en moral hazard tegen te gaan.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen risico-aversie, asymmetrische informatie, averechtse selectie en moral hazard.


Slide 28 - Diapositive