Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Stap 1: Staat er een voorzetsel in de zin?
Ja? > 4e naamval: durch, für, gegen, ohne, um, bis
Nee? > Ga naar stap 2
Stap 2: Ontleden / vragen stellen
1e naamval: onderwerp (hij)
4e naamval: lijdend voorwerp (hem)