HA3 NED: grammatica zinsdelen: bijvoeglijke bijzin

Grammatica zinsdelen 
bijvoeglijke bijzin
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Grammatica zinsdelen 
bijvoeglijke bijzin

Slide 1 - Diapositive

Doel

Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is

Je weet wat een bijvoeglijke bepaling is

je weet wat een bijvoeglijke bijzin is


Je kunt bovenstaande dingen in een zin benoemen

Slide 2 - Diapositive

Kijk eens naar deze korte zinnetjes:

een grappige hond

een moeilijke zin

een fantastische prestatie


Wat zijn deze woorden?

Wat is "een"? Wat is "grappige" en wat is "hond"?


Slide 3 - Diapositive

Kijk eens naar deze korte zinnetjes:

een grappige hond

een moeilijke zin

een fantastische prestatie


Je ziet een lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord


Slide 4 - Diapositive

Bijvoeglijke bepaling

Een  bijvoeglijke bepaling is een woordgroepje dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord


Bijvoorbeeld:

De lerares, uit Joure, komt vandaag met de auto

Ik koop deze cd van Lange Frans

Slide 5 - Diapositive

Bijvoeglijke bijzin
  • Een bijv. bijzin zegt ook iets over en zn.
  • Het is een zin en heeft dus en o en een pv.


Bijvoorbeeld:

De jongen, die gisteren een ongeluk kreeg, ligt in het ziekenhuis.



Slide 6 - Diapositive

Bekijk ook het filmpje:

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Even testen


Zit er in de volgende zin een

- bn (bijvoeglijk naamwoord)

- bijv. bep. (bijvoeglijke bepaling)

- bijv. bijzin (bijvoeglijke bijzin)

Slide 9 - Diapositive


Gordon is een gezellige man.
A
bn
B
bijv. bep
C
bijv. bijzin

Slide 10 - Quiz

Gordon is een gezellige man

Wat is het bn?

Slide 11 - Question ouverte


De band die deze liedjes maakt, is gestopt.
A
bn
B
bijv. bep
C
bijv. bijzin

Slide 12 - Quiz

De band die deze liedjes maakt, is gestopt.

Welk stuk is de bijvoeglijke bijzin?

Slide 13 - Question ouverte

Gordon wil nu trouwen met een man die lief voor hem is.
A
bn
B
bijv. bep
C
bijv. bijzin

Slide 14 - Quiz

Gordon wil nu trouwen met een man die lief voor hem is.

Welk stuk is de bijvoeglijke bijzin?

Slide 15 - Question ouverte

Hij kiest uiteindelijk de man uit Leiden.
A
bn
B
bijv. bep.
C
bijv. bijzin.

Slide 16 - Quiz

Hij kiest uiteindelijk de man uit Leiden.

Welk stuk is de bijvoeglijke bepaling?

Slide 17 - Question ouverte

Evaluatie

Slide 18 - Diapositive

Geef met eigen woorden aan wat het verschil is tussen een bn, bijv. bep en een bijv. bijzin

Slide 19 - Question ouverte

Ik snap het!
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage