BOC-LA03-De Show-Les 02

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Vorige week hebben we werkwoordspelling tegenwoordige tijd behandeld en opdrachten gemaakt?
Vind je het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd nog moeilijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Vervoeg de werkwoorden in de verleden tijd.
Tuinieren, fietsen, hinkelen, koken, wassen, voetballen, spugen, tasten.
Ik …

Slide 5 - Question ouverte

Wat valt je op?
Kun je de werkwoorden in groepen verdelen?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Vervoeg de volgende werkwoorden in de verleden tijd ik-vorm.
Durven, verven, geloven, niezen, reizen, omhelzen.
Ik ...

Slide 9 - Question ouverte

Vervoeg de volgende werkwoorden in de verleden tijd ik-vorm.
Vluchten, wachten, kosten, beantwoorden, broeden, vermoeden.
Ik ...

Slide 10 - Question ouverte

Wat valt je op?
Kun je deze werkwoorden in groepen verdelen?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Vervoeg het de volgende werkwoorden in de verleden tijd.
Ik..., u …., jullie ….
Laden, bewerken, schrijven en bloggen.

Slide 15 - Question ouverte

Vervoeg de werkwoorden in de verleden tijd.
1. Jij (netwerken) zelfs in je vrije tijd.
2. (Delen) je die foto's met al je vrienden?
3. Maarten (verzenden) een bericht tijdens de uitleg van de docent.
4. Anna (verwijderen) haar profielfoto.

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Vind je werkwoordspelling makkelijk of lastig? Wanneer je het lastig vindt, welke onderdelen vind je dan lastig?
Betreft dit alle onderdelen? Of bijvoorbeeld alleen verleden tijd. Vind je vervoegen van zwakke werkwoorden lastiger dan sterke werkwoorden?

Slide 18 - Carte mentale