herhaling B1 en B2

organismen ordenen en dieren 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

organismen ordenen en dieren 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

leerdoelen:
- Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën. 
- Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren. 
- Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven. 
- Je kunt verschillende typen skelet beschrijven. 
- Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren. 

Slide 3 - Diapositive

herhaling: wat zijn organismen

Slide 4 - Question ouverte

Herhaling: noem de onderdelen van een dierlijke cel

Slide 5 - Question ouverte

herhaling: welk onderdeel heeft een plantaardige cel

Slide 6 - Question ouverte

Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand
Celmembraan
Vacuole

Slide 7 - Question de remorquage

groepen maken 
Je kunt dieren verdelen in verschillende groepen. Je kunt dan kijken naar de kleur, hoeveel poten ze hebben of wat voor huid een dier heeft. 

Je kijkt dan naar de kenmerken van een dier. 

Slide 8 - Diapositive

vier groepen 
- dieren 
- planten 
- schimmels 
- bacteriën 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

cellen van de vier groepen
  • Dieren hebben geen celwand.
  • Planten hebben bladgroenkorrels.
  • Schimmels hebben geen bladgroenkorrels, maar wel een celkern en een celwand.
  • Bacteriën hebben geen celkern. 

Slide 11 - Diapositive

Soorten 
Een groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vogels, vissen enz. 
Ook kun je de groepen weer indelen in een kleinere groep. Dit noemen we een soort. 
Voorbeelden zijn honden, een labrador en een poedel. 
Dieren van dezelfde soort kunnen zich voortplanten.

Slide 12 - Diapositive

Betekent ordenen indelen in groepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Cellen van dieren hebben een celwand
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

exit ticket: Noem de 4 groepen waarin je organismen kunt verdelen

Slide 15 - Question ouverte

dieren 
Er zijn meer dan 1.3 miljoen diersoorten. De meeste hiervan zijn de insecten.

Dieren hebben als enige groep GEEN celwand. 

Slide 16 - Diapositive

Symmetrie
  • Symmetrie: 2 gelijke helften
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Niet symmetrisch

Slide 17 - Diapositive

Indeling op basis van skelet en symmetrie
  • Symmetrie
  • - geen symmetrie
  • - tweezijdig symmetrisch
  • - veelzijdig symmetrisch

Slide 18 - Diapositive

Symmetrie bij de mens

Slide 19 - Diapositive

tweezijdig symmetrisch
niet symmetrisch
veelzijdig symmetrisch

Slide 20 - Question de remorquage

De symmetrie van dit dier is?
A
tweezijdig
B
veelzijdig
C
eenzijdig
D
a-symmetrisch

Slide 21 - Quiz

Wat is GEEN soort symmetrie?
A
Tweezijdig
B
Veelzijdig
C
Enkelzijdig

Slide 22 - Quiz

Skelet

  • stevige delen van een dier, stevigheid
  • bescherming
  • het skelet is een kenmerk om dieren te ordenen

Slide 23 - Diapositive

Ordening van dieren: symmettie en skelet
Skelet (stevigheid): Kan inwendig of uitwendig zijn of geen skelet hebben.
Bescherming 

Slide 24 - Diapositive

dieren
dieren hebben:
- geen skelet of
- uitwendig skelet (aan de buitenkant) of
- inwendig skelet (aan de binnenkant van het lichaam)

Door te kijken naar het skelet, kan je de dieren ordenen in verschillende groepen.

Slide 25 - Diapositive

uitwendig skelet
inwendig skelet
geen skelet

Slide 26 - Question de remorquage

Dierenrijk
Belangrijk kenmerk bij het indelen van dieren is symmetrie en het skelet.

Slide 27 - Diapositive

Het indelen van dieren in groepen
  1. Sponsdieren
  2. Neteldieren
  3. Weekdieren
  4. Stekelhuidigen
  5. Geleedpotigen
  6. Gewervelden

Slide 28 - Diapositive

Vertakkingsschema 

Slide 29 - Diapositive

De zes groepen dieren kun je indelen in kleinere groepen. Die verdeel je ook weer in kleinere groepen. Tot je bij het soort komt. Een soort kun je niet verder meer indelen. 

Je noemt dit een vertakkingsschema 

Slide 30 - Diapositive

Hoe ordenen we dieren?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Kijken naar symmetrie
D
Op leeftijd

Slide 31 - Quiz

Een worm heeft een inwendig skelet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Een slak heeft een inwendig skelet
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Een vertakkingsschema gebruik je om het volgende in te delen:
A
auto´ s
B
organismen
C
fietsen
D
zwembaden

Slide 34 - Quiz

exit ticket: is een dier symmetrisch, leg uit wat hiermee bedoeld wordt.

Slide 35 - Question ouverte

exit ticket: leg uit wat een inwendig skelet is en geef een voorbeeld van een dier met inwendig skelet

Slide 36 - Question ouverte

opdracht spongebob
cijfer telt 1x mee 
Je krijgt een papier met de uitleg. 
Spongebob gaat over allemaal dieren uit het dierenrijk. 

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

welke dieren uit welke groepen herken je?

Slide 39 - Question ouverte