Week 3/4 Welke vacatures passen bij jou?

Vorige keer
  • SMART principe in zakelijke gesprekken
  • gesprekstechnieken toepassen
  • discussiëren
  • werkoverleg en vergadering
  • werkwijze in een vergadering
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vorige keer
  • SMART principe in zakelijke gesprekken
  • gesprekstechnieken toepassen
  • discussiëren
  • werkoverleg en vergadering
  • werkwijze in een vergadering

Slide 1 - Diapositive

solliciteren

Slide 2 - Carte mentale

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • weet ik het verschil tussen een advertentie en advertorial
  • weet ik het verschil tussen flyer, folder en brochure
  • kan in een indeling van een zakelijke brief en e-mail 
  • gebruik ik vaktaal en/of beroepstaal waar nodig
  • kan ik synoniemen bedenken

Slide 3 - Diapositive

advertentie en advertorial
  •  Doel: overtuigen
  • Advertentie: goed te herkennen als reclame
  • Advertorial: meer nieuwswaarde (soort krantenberichten)
    'gebruikers'/'deskundigen' 
  • doel lezer geïnteresseerd raken in product/ dienst 

Slide 4 - Diapositive

Flyer, folder, brochure
  • Flyer (leaflet): blad papier, makkelijk uitgedeeld kan worden.
  • Folder: 1x gevouwen, 4 zijdes: lay- out meer aandacht.
  • Brochure: minimaal 8 pagina's, boekje, nietjes. Luxer, exclusiever dan folder uitgebreid informatie

Slide 5 - Diapositive

Zakelijke brief/ e-mail
  • Verschil zakelijke brief/e-mail
  •  E-mail geen eigen naam+ adres, organisatie, plaatsnaam, datum
  • Staat in mail
  • Onderwerp: sollicitatie +functie

Slide 6 - Diapositive

Vaktaal/beroepstaal
  • Vakjargon: vaktermen die een specifieke betekenis hebben die passen bij het beroep.
  • Algemeen beroepstaal: woorden die in het algemeen bij het werken horen.
  • Woordkennis is een voorwaarde.
  • Begrijp wat je schrijft en leest.

Slide 7 - Diapositive

Synoniemen
  • Synoniem: woord dat dezelfde betekenis heeft als een ander woord.
  • Huis= woning
  • Beginnen= starten

Slide 8 - Diapositive

Evalueren
Aan het eind van de les:
  • Ik weet het verschil tussen een advertentie en advertorial
  • Ik weet het verschil tussen flyer, folder en brochure
  • Ik kan een indeling van een zakelijke brief en e-mail 
  • Ik gebruik vaktaal en/of beroepstaal waar nodig
  • Ik kan synoniemen bedenken

Slide 9 - Diapositive

Maken
Thema: Solliciteren
Taak 31: Welke vacatures passen bij jou?
Opdracht: online 5, 6, 7 + in de praktijk
Boek: 1, 4, 8 + examentraining


Slide 10 - Diapositive