Skelet

Het Skelet
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
anatomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Het Skelet

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Terugblik
  • lesdoelen
  • voorkennis
  • theorie
  • opdracht
  • Huiswerk 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de kerntemperatuur en wat is de oppervlaktetemperatuur?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem 4 functies van de huid

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Na de les kan je de verschillende functies van het skelet benoemen
  • Je kan de opbouw van het bot in eigen woorden beschrijven 
  • Je kent de verschillende gewrichten en kan deze toelichten 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk jij aan bij
het thema skelet

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de functies
van het skelet?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies van het skelet
  • Geeft stevigheid en vorm aan je lichaam
  • Beschermt belangrijke organen
  • Is een aanhechtingspunt voor spieren waardoor beweging mogelijk is
  • Zorgt voor de aanmaak van bloedcellen (in platte beenderen)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:57
Uit welke soorten botten bestaat het skelet? (benoem er 4)

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:59
Benoem nu nog een keer uit welke soorten botten het skelet bestaat (benoem er minimaal 4):

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

02:26
vanuit de groeischrijf kan het bot in de lengte groeien
A
waar
B
niet-waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:06
Wat is de functie van osteoclasten en osteoblasten?

Slide 14 - Question ouverte

Osteoclasten zorgen voor de afbraak van het bot. Dit is o.a. belangrijk voor het op peil houden van het calciumgehalte in het bloed.
osteoblasten zorgen voor de aanmaak van botweefsel.
06:21
Osteoclasten zorgen voor de
A
Afbraak van botten
B
De opbouw van botten
C
Onderhoud van botten

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

06:21
osteocyten zorgen voor de
A
Afbraak van botten
B
Opbouw van botten
C
Onderhouden van botten

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

06:21
Osteoblasten zorgen voor de
A
afbraak van botten
B
opbouw van botten
C
Onderhouden van botten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw bot

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Botvlies (van buiten naar binnen)
  • Het is de buitenste laag
  • beschermlaag + aanhechtingsplaats voor pezen 
  • bevat kleine openingen voor bloedvaten en zenuwen
  • de binnenste laag van het botvlies bevat botvormende cellen (remodellering). 

Slide 19 - Diapositive

Het botvlies is een vlies dat om de buitenzijde van het bot zit. het bevat zenuwen, bloedvaten en lymfevaten. de zenuwen in het botvlies zorgen voor gevoel in het bot. (trap scheenbeen)

Botcellen: worden je leven lang afgebroken en weer opnieuw opgebouwd (remodellering)

functies remodellering:
1. vernieuwen van het botweefsel
2. zorgen voor extra stevigheid van het bot
3. herstellen van botbreuken
Hard botweefsel
  • ligt onder het botvlies 
  •  bestaat uit 2 lagen: compact & sponsachtig bot
  • compact (buitenste laag) is hard 
  • sponsachtig (binnenste laag) met holtes --> geeft stevigheid + ruimte voor beenmerg
  • Botweefsel bestaat uit: kalkzouten (calcium) + collagene vezels (elastische vezels). 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom breken kinderen minder snel hun botten?
A
het bot van een kind bestaat meer uit kalkzouten
B
het bot is nog niet eerder beschadigd
C
het bot van een kind bevat minder collagene vezels en meer calcium
D
het bot van een kind bestaat meer uit collagene vezels en minder uit calcium

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je boek op blz 37 tot en met 50 en beantwoord de volgende vragen. 

(oranje boek: blz 158 tot en met 183)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het skelet van een embryo bestaat voor een groot deel uit kraakbeen
A
waar
B
niet-waar

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bot groeit zowel in de lengte als in de breedte
A
waar
B
niet-waar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de geboorte blijft een deel van het embryonale kraakbeen bestaan. Dat noemen we de groeischijf.
A
waar
B
niet-waar

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

tot het einde van de puberteit kan botvorming vanuit het kraakbeen van de groeischrijf plaats vinden.
A
waar
B
niet-waar

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewrichten
Een gewricht verbindt 2 of meer botten met elkaar, waardoor je kunt bewegen. 3 soorten botverbindingen:

1. Bindweefselverbindingen
2. kraakbeenverbindingen
3. synoviale gewrichten

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wie kan iets vertellen over: bindweefselverbindingen

Eigenschappen:
  • Bestaan uit een netwerk van elastische vezels en collageenvezels.
  • Zorgen voor stevigheid en stabiliteit.
  • Kunnen de bewegingen tussen botten beperken.

Voorbeeld: verbindingen tussen de schedelbotten, verbindingen tussen de tanden en de kaak, verbindingen tussen de scheenbeen en het kuitbeen.


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wie kan iets vertellen over: kraakbeenverbindingen


Zijn niet erg beweeglijk.
Glasachtig kraakbeen: bestaat uit collageen vezels (trekvast en stevig) vb. deel van de ribben.

Vezelig kraakbeen: bevat meer collageen vezels dan glasachtig kraakbeen waardoor het minder kan vervormen. Vb. de tussenwervelschijven.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Synoviale gewrichten
Meest voorkomende soort botverbinding.
Maken grote bewegingen tussen botten mogelijk.

voorbeeld: 
Kogelgewricht
zadelgewricht 
scharniergewricht
rolgewricht of draaigewricht


Vb. schoudergewricht, heupgewricht, kniegewricht.



Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht/HW
1. beantwoord de vragen (zie werkboek 
it's learning) 
2. kijk de vragen na (laat je opdrachten zien
en je krijgt een antwoordenblad)
3. lees hoofdstuk 4 (1L)

expert-college af: 
- e-learning de cel
- e-learning de huid
- e-learning botten (Certificaat) 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions