De zielenvisserij

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Bronnenopdracht: de zielenvisserij 

Tijdvak vijf: Tijd van ontdekkers en hervormers

Wat gaan we vandaag doen? 

•  Wat gaan we vandaag leren?/opdracht(5 minuten)
• Uitleg: De zielenvisserij(15 minuten) 
•  Zelfstandig werken(20 minuten) 
• Nabespreken van de opdracht(10 minuten)
  

Wat gaan we vandaag leren? 

• Aan van de les hebben we geoefend met het analyseren van bronnen. 

• Aan het einde van de les weten we hoe we een bron moeten contextualiseren, me een stappenplan. 

1. Bronnen 

• Wat zijn bronnen? 

•  Bronnen zijn vaak geschreven teksten die zijn overgebleven en iets vertellen over het verleden. 

• Bronnen kunnen ook: schilderijen en voorwerpen zijn. 

2. Bronnen 

• Vandaag gaan we oefenen met het contextualiseren van bronnen.

•  Dit doen we gezamenlijk en zelfstandig. 

• Per dia staat aangeven welke tekst je moet lezen en 

"De Zielenvisserij" - Geschilderd in 1614 door Adriaen van de Venne. Dit levendige tafereel is gecreëerd in Den Haag, Nederland.

1. De zielenvisserij

• Ga naar het onderdeel 1 van je werkblad en beantwoord de volgende vragen: 

1.  Wanneer was het gemaakt?
   
2. Waar is het schilderij gemaakt?
   
3. Wie was de Schilder?
   
4. Welke nationaliteit denk je dat de schilder heeft?
5. Wat zou de schilder met de naam zielenvisserij bedoelen volgens jou?

De zielenvisserij

2. De zielenvisserij

• Op het schilderij staan twee groepen afgebeeld, ieder aan een kant. 

• ieder kant gelooft in een andere Christelijke stroming. 

• Ga naar onderdeel 2 van je werkblad en beantwoord de vragen. 

3. De zielenvisserij

•  Ga nu zelfstandig aan de slag met onderdeel 3. 

• Je hebt nu de volledige context gekregen op het werkblad.  

• Probeer zo duidelijk mogelijk te reflecteren op onderdeel 1 is het veranderd? 

Opdracht: Zielenvisserij 

Wat ? : We gaan zelfstandig aan de slag met onderdeel 3 over het schilderij de zielenvisserij.   

Hoe ? : We maken deze opdracht gezamenlijk, maar je vult zelfstandig je eigen werkblad in. Aan het einde van het werkblad bespreken we gezamenlijk de opdracht. 

Tijd? : 10 minuten 

Hulp? : De docent, internet en je groepsgenoten 

Klaar? : Geen.