week 10 herhaling voor toetsweek

Toetsweek

-Grammatica
-Taalvaardigheid
-Woordenschat
-Poëzie
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Toetsweek

-Grammatica
-Taalvaardigheid
-Woordenschat
-Poëzie

Slide 1 - Diapositive

V2 toetsstof P2
Redekundig ontleden
Hoofd- en bijzinnen
Theorie poëzie
meervoudsvormen
bijvoeglijke naamwoorden
samenstellingen 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Noteer de pv, onderwerp en het ww gezegde in deze zin:

Ik zou graag op deze functie hebben willen solliciteren

Slide 4 - Question ouverte

Noteer de pv, onderwerp en het nw gezegde in deze zin:

De inflatie is de laatste maanden iets lager geworden.

Slide 5 - Question ouverte

noteer de pv, onderwerp en het naam- of ww gezegde van de zin:

Anna blijft altijd aardig en behulpzaam.

Slide 6 - Question ouverte

Noteer de pv, onderwerp, gezegde (ww of nw), lijdend vw en mw vw in de zin:
Het publiek in de Arena geeft Ajax een daverend applaus.

Slide 7 - Question ouverte

Noteer de pv, onderwerp, gezegde (nw of ww), voorzetsel vw en bijw bep in de zin:

Gisteren heb ik heel lang moeten wachten op de trein.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de pv, onderwerp, gezegde (nw of ww), lijdvw, mw, voorz vw, bijwoordelijke bepaling in de zin:

Karin kwam vorige week terug op haar emotionele beslissing.

Slide 9 - Question ouverte

Samengestelde zinnen
Enkelvoudige zin = een zin met één pv en één onderwerp
Samengestelde zin = een zin met meer dan één pv 

- alle onderdelen even belangrijk, dan is het een samenstelling van hoofdzinnen 
- is een deel minder belangrijk, dan is dat de bijzin 
Hoe herken je de hoofd- en de bijzin?

Slide 10 - Diapositive

Samengestelde zinnen 
- bepaal eerst of er één of meer pv in de zin staan:
De poes ving de muis. > één pv, dus enkv. zin

De politie traint de hond en bestrijdt zo illegale acties. >
meer pv's, dus samengestelde zin 

Samengestelde zin?
Bepaal eerst of de zin uit 2 hoofdzinnen of een hoofdzin met bijzin bestaat: 

Slide 11 - Diapositive

samengestelde zinnen
hoofdzin = als het onderwerp direct naast de pv staat en er niets tussen kan worden geplaatst:
De leerlingen werken hard. 

samengestelde zin met 2 hoofdzinnen = nevenschikkende zin:
De leerlingen werken hard en ze maken veel opdrachten.

Slide 12 - Diapositive

samengestelde zinnen
bijzin: het onderwerp staat NIET direct naast de pv, of kan er iets tussen worden geplaatst? 

De leerlingen werken hard omdat zij goede cijfers willen halen.
 
onderschikkende zin = een samenstelling van een hoofd- en een bijzin 

Slide 13 - Diapositive

Noteer van de volgende zin de structuur (HZ-HZ, HZ-BZ, BZ-HZ):
De leerlingen werken hard, want zij willen goede cijfers halen.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer van de volgende zin de structuur (HZ-HZ, HZ-BZ, BZ-HZ):

De leerlingen werken hard omdat zij heel veel huiswerk hebben.

Slide 15 - Question ouverte

Noteer van de volgende zin de structuur (HZ-HZ, HZ-BZ, BZ-HZ):

Doordat ik iedere dag hardloop, heb ik een goede conditie.

Slide 16 - Question ouverte

Maak zelf een zin met een hoofd- en bijzin, waarin de volgende woorden voorkomen:

Tanja-trakteer-morgen-jarig

Slide 17 - Question ouverte

Samenstellingen > hoe schrijf je:

lange afstand loper
A
langeafstandsloper
B
lange afstandloper
C
lange afstand loper
D
langeafstand loper

Slide 18 - Quiz

Hoe schrijf je:
ski uitrustings tas
A
ski uitrustings tas
B
ski-uitrustings tas
C
skiuitrustings-tas
D
ski-uitrustingstas

Slide 19 - Quiz

geef de juiste spelling van het woord tussen haakjes:

het (besteden) bedrag - de (karton)doos


A
besteedde bedrag - kartonnen doos
B
bestede bedrag - kartonen doos
C
besteede bedrag - kartonnen doos
D
bestede bedrag - kartonnen doos

Slide 20 - Quiz

Poëzie - geef een voorbeeld van een personificatie

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Maak een zin met het woord 'verwelken' waaruit de context blijkt dat jij de betekenis kent.

Slide 24 - Question ouverte

Hoe bereid je je voor op de toets?
leer de theorie, maar vooral:
OEFENEN-OEFENEN! 
je vindt extra oefenbladen in Magister in week 10!
Toets is online in Woots
Vergeet niet je uitgeschreven gedicht op een vel papier mee te nemen naar de toets! 

Slide 25 - Diapositive