Lesson 1C + 1 E: adjective endings + listening

English
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

English

Slide 1 - Diapositive

Goals
Last lesson we practised with the Past Simple
This lesson we are going to learn about adjective endings + do some listening as well

Slide 2 - Diapositive

Check homework

Slide 3 - Diapositive

Onregelmatige ww
Leren voor de toetsweek. Het zijn er 20. Leer ze uit je hoofd! Vooral belangrijk voor het maken van de past simple ->2e rijtje.
Document staat ook in planner Itslearning!
Voorbeeld op volgende dia.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Adjective endings
This is a good lesson.
It is a perfect day.
This is ongoing chatter
I feel charmed.
The movie is charming

Slide 6 - Diapositive

What does 'adjective' in Dutch?
A
werkwoorden
B
bijvoeglijke naamwoord
C
bijwoorden
D
zelfstandige naamwoorden

Slide 7 - Quiz

Give me 2 examples of English adjectives

Slide 8 - Question ouverte

Adjectives (aantekening)
Adjectives.
Describe a noun (zelfs nw)  and are mostly placed before the noun in a sentence.

a nice house
a
sharp knife
a
cold winter

Slide 9 - Diapositive

Adjectives (aantekening)
* An adjective is mostly placed before the noun it describes.
*  Adjectives ending in -ED usually describe a feeling (gevoel dat je zelf voelt)
* Adjectives ending in -ING describe somebody or something that causes the feeling.(iets/iemand dat gevoel teweeg brengt)
This game is tiring. I am tired.
It's an exciting competition. They are feeling excited


Slide 10 - Diapositive

Together
Exercise 7 page 13 SB (coloured version)

Slide 11 - Diapositive

Listening
Listening strategy on page 11 SB (coloured version)
Exercise 3 + 5 together

Slide 12 - Diapositive

Homework
Do: exercise 1, 2 + 3 on page 12 of your workbook 
Learn: zie planner Itslearning voor alle stof voor de toetsweek. Pak er een onderdeel of twee uit en oefen hiermee voor de toetsweek. Vergeet niet de woorden te leren ook!

Slide 13 - Diapositive