H4 Thema 6 basisstof 2: het oog

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Diapositive

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Wat gaan we deze les doen?
  • Huiswerk bespreken
  • Opdracht stripverhaal
  • Demo lenzen/ oog
  • Th 5, Basisstof 2: vragen maken
  • afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk bespreken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 1: Zintuigen

Thema 6: Waarneming en gedrag

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Wat:
Opdracht stripverhaal
Hulp nodig:
steek je vinger op
Klaar?
begin aan basisstof 2
Aan de slag!
timer
15:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 2: Het Oog

Thema 6: Waarneming en gedrag

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Demo oog + lenzen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
6.2.1 Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven.
6.2.2 Je kunt de werking van de pupilreflex beschrijven.
6.2.3 Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven.
6.2.4 Je kunt toelichten hoe je diepte kunt zien.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van het oog: binnenkant
Licht valt op
gele vlek,
veel zintuigcellen

Blinde vlek =
oogzenuw,
geen zintuigcellen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het oog - netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
kegeltjes en staafjes.

gele vlek: kegeltjes
blind vlek: geen zintuigcellen


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 2: Het Oog
Thema 6: Waarneming en gedrag

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De pupilreflex

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Beeldvorming door lenzen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Accomodatie reflex
Veraf zien
Dichtbij zien

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bril
Verziend: Veraf goed zien
Bolle lenzen (+lenzen)

Bijziend: Dichtbij goed zien
Holle lenzen (-lenzen)lenzen




Slide 17 - Diapositive

uitleg
Kegeltjes en staafjes

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdeling staafjes 
en kegeltjes
Staafjes:
Kegeltjes
overal op netvlies
Gele vlek
lage drempelwaarde
hoge drempelwaarde
zwart/wit, contrast
Kleur

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optisch chiasma
In het optisch chiasma kruisen de
oogzenuwen elkaar gedeeltelijk.

Hierdoor vallen de beelden van het 
rechterdeel van het gezichtsveld van
beide ogen samen aan de linkerkant
van je brein (en andersom).

Dit geeft informatie over afstand en diepte.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Wat:
Basisstof 2: het oog
lees en maak de vragen
Hulp nodig:
kom naar mijn bureau
Klaar?
kom naar mij toe voor een verdiepende opdracht
Aan de slag!
timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Thema 6, basisstof 2
lezen en vragen maken

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
lens

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Langs welke onderdelen schijnt het licht als het in het oog valt?  Zet ze in  de goede volgorde.
glasachtig lichaam 
lens  
hoornvlies
netvlies 

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een lichtstraal valt op het oog.

Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde.

Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
Oogkamer

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vaatvlies zorgt voor :
A
traanvocht
B
voeding en zuurstof
C
aansturing
D
stevigheid

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de buitenste doorzichtige laag van het oog?
A
Glasachtig lichaam
B
Netvlies
C
Hoornvlies
D
Pupil

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Over welk soort zenuw gaat
een impuls van oog naar hersenen?
A
gevoelszenuw
B
bewegingszenuw

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke laag liggen de zintuigcellen van een oog?
A
vaatvlies
B
netvlies
C
harde oogvlies

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gele vlek
A
Het deel van het oog waar de oogzenuw het oog verlaat en waarmee men niets kan zien.
B
Gedeelte van het netvlies, waarop voornamelijk kegeltjes zijn geconcentreerd.
C
Het doorzichtige deel van het oog dat tussen de lens en het netvlies ligt.
D
Het grootste deel van de menselijke hersenen, dat bestaat uit de linker- en rechter hersenhelft.

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je loopt van buiten naar binnen, je pupillen vergroten, hoe verloopt deze reflex?
A
impulsen gaan van je oog, naar het CZS (grote hersenen) en vervolgens naar de spiertjes rond je pupil
B
de impulsen gaan van je oog, naar het CZS (je hersenstam) en dan naar de spiertjes in rond je pupil
C
de impulsen gaan van je gevoelszenuwcellen in je oog, direct naar de bewegingszenuwcellen rond je pupil

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar over de impuls?
A
de impulsfrequentie heeft een maximum
B
de impulssterkte bepaalt de reactiesterkte
C
een impuls ontstaat pas onder de drempelwaarde
D
een impuls duurt altijd even lang

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de kleinste prikkel die een impuls veroorzaakt is
A
de adequate prikkel
B
gewenning
C
de impuls frequentie
D
de drempelwaarde

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wie hebben de reukzintuigcellen de laagste prikkeldrempel voor geur?

A
Hond
B
Mens

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra uitleg
de slides hierna geven extra uitleg

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions