3.3 hydrofiel hydrofoob

3.3 Waterstofbruggen deel 3
Hydrofiel en hydrofoob
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.3 Waterstofbruggen deel 3
Hydrofiel en hydrofoob

Slide 1 - Diapositive

Deze les

  • Uitleg hydrofiel en hydrofoob

  • Zelf lezen: oplosbaarheid en verzadigde oplossing blz. 90
  • Maken 25 t/m 29 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je weet wanneer stoffen hydrofoob en hydrofiel zijn en kunt dit op microniveau uitleggen. 
  2. Je kunt de oplosbaarheid van stoffen in water voorspellen op basis van de structuurformule. 

Slide 3 - Diapositive

Zijn de bindingen polair of apolair?

Slide 4 - Diapositive

Oefenen
  1. Teken tweemaal de structuurformule van propeen, C3H6.
  2. Geef aan welke bindingen tussen en in de twee moleculen voorkomen.
  3. Herhaal opdracht 1 en 2, maar dan met methaanamine, CH5N.

Slide 5 - Diapositive

hydrofiel en hydrofoob
hydros = water
Filos = liefde
Fobos = angst
Moleculen die overwegend polaire bindingen hebben, zijn hydrofiel. 
Moleculen die overwegend apolaire bindingen hebben, zijn hydrofoob.

Slide 6 - Diapositive

Oplosbaarheid


Hydrofiele stoffen mengen goed met hydrofiele stoffen en lossen goed op in water
Hydrofobe stoffen mengen goed met hydrofobe stoffen en lossen niet goed op in water
Voor oplosbaarheid geldt:
Soort zoekt soort

Slide 7 - Diapositive

Wanneer hydrofiel?
  • Snelle methode:
  • Hydrofiel als: 1 of meer OH- of NH-groepen (voor H-bruggen) en de rest van het molecuul is niet te groot 
  • Niet te groot = max 4 C's voor 1 OH of NH groep

  • De rest is hydrofoob (vooral te herkennen aan C-H bindingen). 

Slide 8 - Diapositive

Lost deze stof op in water?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Lost deze stof op in water?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Lost deze stof op in water?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Deze les

  • Uitleg hydrofiel en hydrofoob

  • Zelf lezen: oplosbaarheid en verzadigde oplossing blz. 90
  • Maken 25 t/m 29 

Slide 12 - Diapositive