Vandaag: Waarvoor gebruik je bouwstoffen en hoeveel heb je er nodig?
Leerdoelen
Herhaalvragen
Uitleg
Opdrachten maken
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Vandaag: Waarvoor gebruik je bouwstoffen en hoeveel heb je er nodig?
Leerdoelen
Herhaalvragen
Uitleg
Opdrachten maken
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Na deze les, kun je:
Uitleggen waarvoor je bouwstoffen nodig hebt
Een tabel lezen met de hoeveelheid bouwstoffen die je nodig hebt
Slide 2 - Diapositive
Heb je al een datum gepland voor de kookopdracht?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Welke drie dingen bepalen je eetgewoonten?
Slide 4 - Question ouverte
Welke klacht krijg je als je te weinig vezels eet?
A
Dan krijg je hoofdpijn
B
Dan kan je moeilijk plassen
C
Dan kan je moeilijker poepen
D
Dan heb je te weinig energie
Slide 5 - Quiz
In welk vak van de schijf van vijf horen de volgende dingen?
Rijst
Thee
Perzik
Zalm
Olijfolie
Slide 6 - Question de remorquage
Hoe vermenigvuldigen bacteriën zich?
A
Sporen
B
Celdeling
Slide 7 - Quiz
Wat is conserveren? Geef ook een voorbeeld van conserveren.
Slide 8 - Question ouverte
Welke stof kan zich in je bloedvaten ophopen en dan een vernauwing veroorzaken?
Slide 9 - Question ouverte
Waar kan te veel vet eten toe leiden?
A
Hoger gewicht
B
Hogere bloeddruk
C
Hartinfarct
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 10 - Quiz
Waar zetten de bacteriën in je mond suikers in om?
Slide 11 - Question ouverte
Waarvoor heb je bouwstoffen nodig?
De bouwstoffen zijn: Water, eiwitten, mineralen, vetten
Nodig voor:
Groeien
Afgestorven cellen vervangen
Beschadigingen herstellen
Water aanvullen
Slide 12 - Diapositive
Waarvoor heb je bouwstoffen nodig?
Eigenlijk dus om meer cellen te maken:
Voor deze cellen heb je water nodig voor de binnenkant, eiwitten en mineralen voor allerlei onderdelen van de cellen en vetten voor de buitenkant van de cellen.
Bijv om botcellen te maken heb je water nodig voor de binnenkant van de cellen, de mineralen calcium en fosfor voor de hardheid en vetten voor het membraan.