Le verbe avoir (=hebben)

Le  verbe  avoir
C
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Le  verbe  avoir
C

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
je kunt de juiste vervoeging van het werkwoord Avoir  in te oefenen

Slide 2 - Diapositive

Van

           
   
     Wat betekent "avoir"?


Vandaag oefenen we met het werkwoord "avoir".

Slide 3 - Diapositive

HERHALING 
Dit grammatica-onderdeel bestaat uit 2 delen. Het gaat namelijk om het onregelmatige werkwoord avoir (hebben).
 

Maar voor ik jullie aan kan leren wat een vorm van een werkwoord is, wil ik jullie eerst  WEER  aanleren  welke persoonlijke voornaamwoorden er in het Frans zijn.

Neem daarom de volgende 2 slides goed over in je aantekeningenschrift!

Slide 4 - Diapositive

Grammaire H:
persoonlijke voornaamwoorden
Enkelvoud
ik  --->  je
jij --->  tu
hij ---> il
zij ---> elle
men ---> on
Meervoud
wij --> nous
u, jullie --> vous
zij (mannelijk meervoud) --> ils
zij (vrouwelijk meervoud) --> elles



Slide 5 - Diapositive

Grammaire H:
praktische tip?
Wanneer je in de zin niet een persoonlijk voornaamwoord ziet staan, is het soms lastig om te weten welke vorm je invult..
Daarom: een tip!

Bij 1 naam: de il/elle/on-vorm
Bij le/la/l': de il/elle/on-vorm

Bij 2 namen: de ils/elles-vorm
Bij les/des: de ils/elles-vorm

Slide 6 - Diapositive

We gebruiken het werkwoord "avoir" echt heel vaak !

Wat betekenen de roodgekleurde woorden volgens jou ?


1   Chantal  a  une  belle auto.
2   Nous  avons  100.000  euros.  Super !
3   Eric  et Charles   ont    deux  T-shirts  blancs.
4   J' ai  la  grippe ..... C'est horrible.

Het  zijn  allemaal  vormen  van  het  hele werkwoord "avoir".

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Ken je het rijtje van "avoir" (met vertaling) ?
avoir...... avoir.......
       mmmm....

Slide 9 - Diapositive

vervoeging van avoir

Slide 10 - Carte mentale

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00

Slide 11 - Diapositive

Wat betekent "tu as"?
A
zij hebben
B
hij heeft
C
jij hebt
D
ik heb

Slide 12 - Quiz

Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben

Slide 13 - Quiz

Wat betekent "il a" ?
A
hij heeft
B
zij heeft
C
u heeft
D
zij hebben

Slide 14 - Quiz

Hoe vertaal je "men heeft" in het Frans ?
timer
1:00
A
ils ont
B
nous avons
C
j'ai
D
on a

Slide 15 - Quiz

Hoe vertaal je "zij hebben" in het Frans ?
timer
1:00
A
ils ont
B
elle a
C
vous avez
D
tu as

Slide 16 - Quiz

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 17 - Question de remorquage