Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1

Een computer waarmee je een spel kunt doen:

1. computerspel
2. spelcomputer

Groente die je door de soep kunt doen:

1. groentesoep
2. soepgroente

Water dat uit de kraan komt:

1. kraanwater
2. waterkraan

tegel die op de vloer ligt:

1. tegelvloer
2. vloertegel

Kopieer de link en bekijk de instructiefilm over samenstellingen:

https://player.vimeo.com/video/265189244

Samenstellingen:

Sommige woorden zijn samengesteld uit twee of meer woorden. 

Het laatste woord van een samenstelling is het belangrijkst. Dat bepaalt de betekenis.

Bijvoorbeeld:

Een winterjas is een soort jas: een jas die je in de winter draagt. 

Een leesbril is een soort bril: een bril waarmee je kunt lezen.

Gebruik een woordenboek als je de betekenis niet zelf kunt bedenken. 

Soms staat een samenstelling niet in het woordenboek. Je kunt dan de losse woorden opzoeken. 

Bijvoorbeeld:

- Bij de meeste pretparken krijg je groepsreductie. 

Je kijkt dan in het woordenboek bij reductie (= korting).

Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.

Toekomstvisie betekent:

Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.

gezondheidsrisico betekent:

Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.

filmacteur betekent:

Verbind de woorden met de juiste betekenis.

precies

zeker weten

vast en zeker

gelegenheden

vanzelfsprekend

mogelijkheden

exact

gegarandeerd

uiteraard

absoluut

Lees de tekst in je Nederlandse boek op bladzijde 129-130.
Maak daarna de vragen.

Een branche is een bedrijfstak, bijvoorbeeld van bedrijven die dezelfde soort producten verkopen. Wat betekent reisbranche (al. 1)?

Welk synoniem voor 'in te nemen' staat in alinea 2?

1. binnen te halen
2. te gebruiken
3. te consumeren
4. te verzamelen

Wat is het belangrijkste deel van de samenstelling vakantiegangers ?

1. vakantie
2. gangers

Een haven is een aanlegplaats voor schepen. Waarom noemt men een plek waarop vliegtuigen opstijgen en landen een luchthaven?

Vul de betekenis van deze samenstellingen in: parkeerplaatsen

1. plaatsen om te parkeren
2. parkeren op speciale plaatsen

Vul de betekenis van deze samenstellingen in:
luchthaventerminal

1. aankomst- en vertrekhal op een luchthaven
2. Plek waar de vliegtuigen geparkeerd staan

Verbind de woorden  met de juiste betekenis.

aangekomen

het minst ver weg

eromheen

beplanting

eens

zet ... neer

gearriveerd

eenmaal

dichtsbijzijnde

dropt

rondom

groen