Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1

Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1

Slide 1 - Diapositive

Een computer waarmee je een spel kunt doen:
A
computerspel
B
spelcomputer

Slide 2 - Quiz

Groente die je door de soep kunt doen:
A
groentesoep
B
soepgroente

Slide 3 - Quiz

Water dat uit de kraan komt:
A
kraanwater
B
waterkraan

Slide 4 - Quiz

tegel die op de vloer ligt:
A
tegelvloer
B
vloertegel

Slide 5 - Quiz

Samenstellingen:
Sommige woorden zijn samengesteld uit twee of meer woorden. 
Het laatste woord van een samenstelling is het belangrijkst. Dat bepaalt de betekenis.



Bijvoorbeeld:
Een winterjas is een soort jas: een jas die je in de winter draagt. 
Een leesbril is een soort bril: een bril waarmee je kunt lezen.


Slide 6 - Diapositive

Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.

filmacteur betekent:

Slide 7 - Question ouverte

Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.

gezondheidsrisico betekent:

Slide 8 - Question ouverte

Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.

resultatenoverzicht betekent:

Slide 9 - Question ouverte

Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.

intelligentietest betekent:

Slide 10 - Question ouverte

Verbind de woorden met de juiste betekenis.
precies
zeker weten
vast en zeker
gelegenheden
vanzelfsprekend
mogelijkheden
exact
gegarandeerd
uiteraard
absoluut

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is het belangrijkste deel van de samenstelling vakantiegangers (al. 1)?
A
vakantie
B
gangers

Slide 12 - Quiz

Verbind de woorden uit de tekst met de juiste betekenis.
zorgen dat iest er niet kwam
bedrag
voor een doel geschikt maken
twee keer zoveel wordt
vermoedelijk
geeft
vermeden
waarschijnlijk
tarief
biedt
aanpassen
verdubbelt

Slide 13 - Question de remorquage

Verbind de woorden uit de tekst met de juiste betekenis.
aangekomen
het minst ver weg
eromheen
beplanting
eens
zet ... neer
gearriveerd
eenmaal
dichtsbijzijnde
dropt
rondom
groen

Slide 14 - Question de remorquage