Hoofdstuk 9

Hoofdstuk 9
Een maaltijd bereiden
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 9
Een maaltijd bereiden

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 9
Aan het eind van het hoofdstuk heb je geleerd:
  • Welk keukengerei en keukenapparatuur er in de keuken gebruikt wordt
  • Hoe je ingrediënten kan wegen en meten
  • Hoe je een recept moet lezen en omrekenen
  • Hoe je een recept moet bereiden
  • Welke hygiëneregels er voor jezelf en in de keuken gelden

Slide 2 - Diapositive

Kruiden en specerijen
Kruiden en specerijen maken het eten smaakvoller.

Kruiden zijn afkomstig van een groene plant. Deze planten groeien meestal in gematigde klimaten.
Specerijen zijn gedroogde delen van een tropische plant die als smaakmaker worden gebruikt van bijvoorbeeld bloemknoppen, meeldraden, zaadjes, vruchten, bast en wortels.

Slide 3 - Diapositive

Specerij of een kruid?
Ik laat je verschillende kruiden en specerijen zien.

Wat is het? 
Is het een kruid of specerij? 

Slide 4 - Diapositive

keukengerei en Keukenapparatuur
Keukengerei zijn pannen, messen, bakblikken, een deegrol, weegschaal en een keukenwekker. Het is het gereedschap voor in de keuken.

Keukenapparatuur is: fornuis, oven, magnetron, frituurpan.

Slide 5 - Diapositive

Wat is dit en waar dient het voor?

Slide 6 - Diapositive

Blender
Om diverse ingrediënten te mengen, 
mixen of pureren.

Slide 7 - Diapositive

Wat is dit en waar dient het voor?

Slide 8 - Diapositive

Mixer
Voor het kloppen of kneden.

Slide 9 - Diapositive

Wat is dit en waar dient het voor?

Slide 10 - Diapositive

Garde
Voor het opkloppen van 
melk, slagroom of saus.

Slide 11 - Diapositive

Wat is dit en waar dient het voor?

Slide 12 - Diapositive

Staafmixer
Voor het pureren van voedsel. 

Slide 13 - Diapositive

Wat is dit en waar dient het voor?

Slide 14 - Diapositive

Deegroller
Voor het gelijkmatig platmaken van deeg of andere deegwaren.

Slide 15 - Diapositive

Rekenen met maten

Slide 16 - Diapositive

Om te onthouden... ;-)

Slide 17 - Diapositive

Wanneer je gaat wegen is het belangrijk om te weten:
Vloeistoffen kun je afmeten in een maatbeker.

1 kg = 1000 gr                                           1 liter = 1000 cc
1 ons = 100 gr                                            1 dl = 100 cc
1 pond = 500 gr

Slide 18 - Diapositive

Snijtechnieken







Er zijn verschillende snijtechnieken: brunoise, julienne, chinoise en hakken

Slide 19 - Diapositive

Mise en place









Voorbereiding in de keuken

Slide 20 - Diapositive

Bereidingstechnieken

Koken
Water kookt bij 100 graden, het borrelt en er komt stoom vanaf.
Je past deze techniek toe bij producten die helemaal gaar moeten zijn.
Bijv. aardappelen, eieren, groenten of rijst.

Slide 21 - Diapositive

Bereidingstechnieken

Bakken
Dit noemen we ook wel sauteren. Je gebruikt hiervoor een koekenpan.
Zorg ervoor dat de pan heet is en doe er wat vetstof (olie of boter) in.
Bak het product tot het gaar is en een mooie bruine kleur heeft. Deze kleur laat het product er mooi uit zien en geeft een 
heerlijke smaak en geur.


Slide 22 - Diapositive

Bereidingstechnieken

Braden
Braden kan op het fornuis of in de oven.
Braad het vlees aan alle kanten goed aan, hierdoor ontstaat een korst. De sappen blijven dan goed bewaard.
Vervolgens gaat de deksel op de pan, 
en wordt het vlees op een laag vuur 
gaar gebrand.


Slide 23 - Diapositive

Bereidingstechnieken

Bakken in de oven
Techniek die je toepast voor het garen van producten waarbij er een droge, bruine korst ontstaat.
De temperatuur tijdens het afbakken 
varieert van 140-220 graden. 
Dit is per product erg verschillend, 
volg daarom altijd het receptuur.



Slide 24 - Diapositive

En dan presenteer je je gerecht
Garneren
Op het laatste moment nog iets toe voegen aan smaak, kleur en geur noemt men garneren. Denk aan kruiden en specerijen.

Tafel dekken
Zorg voor een schoon tafelkleed en fris servies en glazen. Je kunt ook kaarsen en kleurtjes gebruiken om het op te fleuren.

Slide 25 - Diapositive

Tafel dekken

Slide 26 - Diapositive

Hoofdstuk 9
Maken: Hoofdstuk 9 Bladzijde 285-322

Klaar? Extra servetten vouwen (bij de docent)
Klaar? Maak je eigen placemat. 

Slide 27 - Diapositive