Cette leçon contient 44 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
mens en gezondheid:
- Maak de startopdracht:
Proef praktijk examen: Omrekenen recept.
Slide 1 - Diapositive
Hoofdstuk 9
Een maaltijd bereiden
Slide 2 - Diapositive
Hoofdstuk 9
Aan het eind van het hoofdstuk heb je geleerd:
wat er in een recept moet staan;
hoe je een recept kunt omrekenen;hoe je ingrediënten meet en weegt;
keukenapparatuur en -gereedschappen;
hoe je ingrediënten moet schoonmaken en opdelen;
bereidingstechnieken;
hoe je een gerecht moet presenteren;
hoe je de tafel dekt volgens de tafeletiquette.
Slide 3 - Diapositive
Recept lezen
Een recept bestaat altijd uit een beschrijving van:
Stappen:
Was je handen.
Lees recept.
Pak de ingrediënten, weeg af.
Pak de materialen.
Begin met koken.
Slide 4 - Diapositive
Meten en wegen
Wegen
Met wegen bepaal je hoe zwaar iets is. Je gebruikt hier een weegschaal voor.
Grammen of kilogrammen.
Grammen of kilogrammen.
Meten
Vloeistoffen zoals water, melk of eieren. Je gebruikt hier een maatbeker of maatemmer voor.
Milliliters, deciliters, liters.
Slide 5 - Diapositive
Meten en wegen
Wegen
Grammen of kilogrammen.
Grammen of kilogrammen.
Meten
Milliliters, deciliters, liters.
Slide 6 - Diapositive
Om te onthouden... ;-)
Slide 7 - Diapositive
Mise en place
Voorbereiding in de keuken
Slide 8 - Diapositive
Snijplanken:
Slide 9 - Diapositive
Snijplanken:
Slide 10 - Diapositive
Gereedschappen
Slide 11 - Diapositive
Gereedschappen
Slide 12 - Diapositive
Keukenapparatuur
Slide 13 - Diapositive
Keukenapparatuur
Slide 14 - Diapositive
Schoonmaaktechnieken
Slide 15 - Diapositive
Opdelen/ snijtechnieken
Slide 16 - Diapositive
Bereiden
Slide 17 - Diapositive
Gerechten presenteren
Slide 18 - Diapositive
Tafel dekken
Couvert is het tafelgerei dat de gast gebruikt om te eten en drinken. Dat bestaat uit:
grote vork
groot mes (snijkant naar binnen)
grote lepel
servet
toast bordje, ook wel side plate genoemd
wijnglas
Slide 19 - Diapositive
Hoofdstuk 9
Maken: Hoofdstuk 9
Bladzijde 185-216
Praktijk: servetten vouwen
Slide 20 - Diapositive
Kruiden en specerijen
Kruiden en specerijen maken het eten smaakvoller.
Kruiden zijn afkomstig van een groene plant. Deze planten groeien meestal in gematigde klimaten.
Specerijen zijn gedroogde delen van een tropische plant die als smaakmaker worden gebruikt van bijvoorbeeld bloemknoppen, meeldraden, zaadjes, vruchten, bast en wortels.
Slide 21 - Diapositive
Specerij of een kruid?
Ik laat je verschillende kruiden en specerijen zien.
Wat is het?
Is het een kruid of specerij?
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
keukengerei en Keukenapparatuur
Keukengerei zijn pannen, messen, bakblikken, een deegrol, weegschaal en een keukenwekker. Het is het gereedschap voor in de keuken.
Keukenapparatuur is: fornuis, oven, magnetron, frituurpan.
Slide 24 - Diapositive
Wat is dit en waar dient het voor?
Slide 25 - Diapositive
Blender
Om diverse ingrediënten te mengen,
mixen of pureren.
Slide 26 - Diapositive
Wat is dit en waar dient het voor?
Slide 27 - Diapositive
Mixer
Voor het kloppen of kneden.
Slide 28 - Diapositive
Wat is dit en waar dient het voor?
Slide 29 - Diapositive
Garde
Voor het opkloppen van
melk, slagroom of saus.
Slide 30 - Diapositive
Wat is dit en waar dient het voor?
Slide 31 - Diapositive
Staafmixer
Voor het pureren van voedsel.
Slide 32 - Diapositive
Wat is dit en waar dient het voor?
Slide 33 - Diapositive
Deegroller
Voor het gelijkmatig platmaken van deeg of andere deegwaren.
Slide 34 - Diapositive
Rekenen met maten
Slide 35 - Diapositive
Wanneer je gaat wegen is het belangrijk om te weten:
Vloeistoffen kun je afmeten in een maatbeker.
1 kg = 1000 gr 1 liter = 1000 cc
1 ons = 100 gr 1 dl = 100 cc
1 pond = 500 gr
Slide 36 - Diapositive
Snijtechnieken
Er zijn verschillende snijtechnieken: brunoise, julienne, chinoise en hakken
Slide 37 - Diapositive
Bereidingstechnieken
Koken
Water kookt bij 100 graden, het borrelt en er komt stoom vanaf.
Je past deze techniek toe bij producten die helemaal gaar moeten zijn.
Bijv. aardappelen, eieren, groenten of rijst.
Slide 38 - Diapositive
Bereidingstechnieken
Bakken
Dit noemen we ook wel sauteren. Je gebruikt hiervoor een koekenpan.
Zorg ervoor dat de pan heet is en doe er wat vetstof (olie of boter) in.
Bak het product tot het gaar is en een mooie bruine kleur heeft. Deze kleur laat het product er mooi uit zien en geeft een
heerlijke smaak en geur.
Slide 39 - Diapositive
Bereidingstechnieken
Braden
Braden kan op het fornuis of in de oven.
Braad het vlees aan alle kanten goed aan, hierdoor ontstaat een korst. De sappen blijven dan goed bewaard.
Vervolgens gaat de deksel op de pan,
en wordt het vlees op een laag vuur
gaar gebrand.
Slide 40 - Diapositive
Bereidingstechnieken
Bakken in de oven
Techniek die je toepast voor het garen van producten waarbij er een droge, bruine korst ontstaat.
De temperatuur tijdens het afbakken
varieert van 140-220 graden.
Dit is per product erg verschillend,
volg daarom altijd het receptuur.
Slide 41 - Diapositive
En dan presenteer je je gerecht
Garneren
Op het laatste moment nog iets toe voegen aan smaak, kleur en geur noemt men garneren. Denk aan kruiden en specerijen.
Tafel dekken
Zorg voor een schoon tafelkleed en fris servies en glazen. Je kunt ook kaarsen en kleurtjes gebruiken om het op te fleuren.