Spelling - 4.9 + 4.10 mv zelfst. nmw + g/gg/ch

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Spelling

4.9 + 4.10

Vorige les

• les 1.7 woorden met au/ou
• les 1.8 woorden met ei/ij
• les 2.9 woorden met i/ie
• les 2.8 woorden met lange klanken
• les 2.8 woorden met korte klanken

kat - k...... -ten

1. korte klank
2. lange klank

ka........ -ten

1. t
2. tt

ver-haal - ver-h ........ -len

1. korte klank
2. lange klank

ver-h.........-len

1. aa
2. a

mini-dictee

Schrijf de woorden met de juiste au/ou:

In .....gustus tr...wt mijn zus.

1. In augustus trouwt mijn zus.

Schrijf de woorden met de juiste ei/ij:

Een journalist schr....ft alleen over f....ten.

1. In augustus trouwt mijn zus.

Schrijf de woorden met i/ie:

De ol....fant woont in de d.....rentuin.

1. In augustus trouwt mijn zus.

Schrijf de woorden met lange/korte klank:

Ik vond het een spa......end .....avont.....r.

1. In augustus trouwt mijn zus.

zelfstandig naamwoord

Schrijf in 30 seconden zoveel 

mogelijk zelfstandige 

naamwoorden op. 

schip - schepen

geen meervoud of enkelvoud

meervoud van: pizza

1. 's
2. ën
3. f-v
4. s-z

meervoud van: veldmuis

1. 's
2. ën
3. f-v
4. s-z

meervoud van: zee

1. 's
2. ën
3. f-v
4. s-z

meervoud van: kaasschaaf

1. 's
2. ën
3. f-v
4. s-z

meervoud van: lolly

1. 's
2. ën
3. f-v
4. s-z

meervoud van: dienblad

1. molen
2. mollen
3. geen meervoud
4. lid-leden

meervoud van: stad

1. molen
2. mollen
3. geen meervoud
4. lid-leden

meervoud van: zonnebril

1. molen
2. mollen
3. geen meervoud
4. lid-leden

meervoud van: rogge

1. molen
2. mollen
3. geen meervoud
4. lid-leden

g/gg/ch

Maken Spelling: les 4. 9 + 4.10

Klaar? 

• Oefenen cambiumned.nl
• Leesboek in Teams of op school
• Ander huiswerk

Afsluiting

• Voorbeelden molen / mollen noemen
• Huiswerk: Spelling - lessen bijspijkeren + dictee 2 
• Volgende les: 4.9 + 4.10 meervoud zelfst.nmw + g/gg/ch