Spelling- blok 4 - les 2 - Meervoud znw + g, gg, ch

Blok 4 - Spelling - blz. 180
4.9 Meervoud van zelfstandige naamwoorden
4.10 G, gg of ch?


  • Telefoon in telefoonhotel
  • Ga zitten
  • Leg je boek/schrift/etui op tafel
  • Wacht in stilte tot de les gaat beginnen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Blok 4 - Spelling - blz. 180
4.9 Meervoud van zelfstandige naamwoorden
4.10 G, gg of ch?


  • Telefoon in telefoonhotel
  • Ga zitten
  • Leg je boek/schrift/etui op tafel
  • Wacht in stilte tot de les gaat beginnen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunnen
  • Je weet wat een zelfstandig naamwoord is. 


  • Je weet dat je de regels voor het meervoud van het znw uit je hoofd moet leren.


  • Je kunt de regels voor het meervoud van het zelfstandig naamwoord goed toepassen.

  • Je kunt woorden met een g-klank goed spellen (g, gg of ch) 



Weten
4

Slide 2 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Zelfstandig naamwoord
4

Slide 3 - Diapositive

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Even oefenen
4
Opdracht 
Schrijf binnen 1 minuut zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden op. Let op: niet alle woorden zijn zelfstandige naamwoorden.
Hoe?
  • Kijk naar de woorden op het bord.
  • Schrijf de zelfstandige naamwoorden op in je schrift.
  • Per goed zelfstandig krijg je 1 punt.
  • Voor ieder fout woord trek je 1 strafpunt af.
  • Wie is de winnaar?
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Schrijf alle zelfstandige naamwoorden op.
(blz. 180)
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud van zelfstandige naamwoorden
4
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben niet alleen een enkelvoud, maar ook een meervoud.
Meestal maak je het meervoud door een -s of -(e)n achter het woord te zetten.
voorbeeld
tent               tenten
vakantie       vakanties

Slide 6 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Let op deze spellingsregels! (blz. 181)
4
regels
voorbeelden
Als een znw eindigt op een -ee, dan schrijf je -ën.
idee -> ideeën
Als er een verkeerde uitspraak kan ontstaan, dan schrijf je -'s
mama -> mama's (niet mamas)
Je schrijft ook een -'s bij woorden die eindigen op een y na een medeklinker.
baby -> baby's
Let op:
cowboy -> cowboys

Slide 7 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Let op deze spellingsregels! (blz. 181)
4
regels
voorbeelden
Bij sommige znw verandert een letter als je het mv schrijft: f wordt v en s wordt z.
huis  -> huizen
erf     -> erven
Soms moet je een klinker weghalen of een medeklinker toevoegen.
boom -> bomen
blok   -> blokken
Sommige znw hebben een meervoud dat niet volgens de regels gaat. Je hoort de spelling.
schip -> schepen
la        -> lades
Sommige znw hebben alleen een ev of een mv.
hersenen
rijst

Slide 8 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Zelfstandig werken
4
Lees
4.9    Meervoud znw (blz. 181)
4.10  G, gg of ch? (blz. 182)
Maak
1. Laptop - Bijspijkeren Spelling 4.9 en 4.10
2. Boek - opdracht 25 (blz. 182-183)
Hoe
Samenwerken mag (fluisteren)
Tijd
15 minuten
Eerder klaar?
Maak een samenvatting van Spelling Blok 3 + 4
Resultaat
Klassikaal nabespreken opdracht 25
timer
15:00

Slide 9 - Diapositive

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Huiswerk
Wat niet af is tijdens de les.

Evaluatie
- Rapportcijfer voor inzet.
- Ik snap de lesstof.
Evaluatie en huiswerk

Slide 10 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.