Les 11 U3

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Programme d'aujourd'hui
Bijvoeglijke naamwoorden
le verbe mettre
Apprendre 7 9

Slide 2 - Diapositive

Révision 
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 3 - Question de remorquage

.
De basisvorm van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans is de.....
A
mannelijke vorm in het enkelvoud.
B
mannelijke vorm in het meervoud.
C
vrouwelijke vorm in het enkelvoud.
D
vrouwelijke vorm in het meervoud.

Slide 4 - Quiz

Dus hoe zet je een bijvoeglijk naamwoord in de vrouwelijke vorm ?
A
met een extra -e
B
met een extra -s
C
met 'la'

Slide 5 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord komt in het Frans bijna altijd ... het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte une robe bleue.
B
Elle porte une robe bleus.
C
Elle porte une robe bleu.
D
Elle porte une robe bleues.

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

A
Carine est amoureux
B
Carine est amoureuxe
C
Carine est amoureuse
D
Carine est amoureuses

Slide 8 - Quiz

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vakje. 
vieille
belles
bonne
nouveaux
bons
beaux
vieux
nouveau
bon
beau
blanches
longues
belle

Slide 9 - Question de remorquage

1 une question difficiles

2 Le gâteau est bon.

3 Je vois des filles françaises.

4 La voiture est noir.

5 Les actrices sont amusantes..

6 J'ai eu une mauvais note.

7 Elise a un grand chien .
VORM van het bijvoeglijk naamwoord : Is de zin goed of fout? Sleep de ster achter de zin naar het goede vak.

Slide 10 - Question de remorquage

Grammaire
Verdeling in mannelijk en vrouwelijk

Slide 11 - Diapositive

à faire.....
Exercice 26

Exercice 28

Exercice 29

Oefenen met Apprendre 7 en 9
Vertaal eerst de Nederlandse woorden naar het Frans.  Veel hiervan staan in de tekst op page 112.
Kijk vervolgens goed naar elke zin en zoek moeilijke woorden op.
Gebruik hiervoor de de Apprendre lijsten vanaf page 114
Zet de vertaalde woorden in de zinnen.
Zoek de Franse vertaling van deze zinnen in de 4 artikelen.

Vertaal de zinnen.
Deze zijn gebaseerd op Apprendre 9, echter deze verschillen op een paar kleine dingen.

Slide 12 - Diapositive

Les devoirs
Leren Apprendre 1-10.
Herhalen: bijvoeglijke naamwoorden
Maken : exercice 26, 28 en 29

Slide 13 - Diapositive

C'est la fin
Au revoir!
Salut!   A plus!  A+  Ciao!
Bonne journée!! 

Slide 14 - Diapositive