S.O H4 4.1 ,4.2 en 4.3
1 / 27
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1. Een elektrische schakeling waar de stroom doorheen kan lopen noem je ook wel....?
timer
0:15
A
een stroomdraad
B
een stroomkring
C
een elektriciteitkring
D
een elektriciteitcirkel
Slide 2 - Quiz
2. Soms moet je een elektrische schakeling schematisch na tekenen.
Hoe wordt een schematische tekening genoemd?
Hoe wordt een schematische tekening genoemd?
timer
0:15
A
schakeltekening
B
stroomschema
C
schakelschema
D
stroomtekening
Slide 3 - Quiz
3. Welk component is dit?
timer
0:15
A
lamp
B
stroommeter
C
batterij
D
draad
Slide 4 - Quiz
4. Welk component is dit?
timer
0:15
A
Draad
B
lamp
C
batterij
D
koelkast
Slide 5 - Quiz
5. welk component is dit?
timer
0:15
A
schakelaar
B
batterij
C
lamp
D
stroommeter
Slide 6 - Quiz
6. welk component is dit?
timer
0:15
A
draad
B
lamp
C
batterij
D
schakelaar
Slide 7 - Quiz
7. Welk lampje gaat er
branden wanneer je de
schakelaar sluit?
branden wanneer je de
schakelaar sluit?
timer
0:15
A
1
B
2
C
1 en 2
D
geen van beide
Slide 8 - Quiz
8. Noem 3 verschillen tussen een serieschakeling en een parallelschakeling.
timer
1:00
Slide 9 - Question ouverte
9. Is dit een serieschakeling of een parallelschakeling?
timer
0:15
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
Slide 10 - Quiz
10. geleider of isolator:
metaal
metaal
timer
0:10
A
geleider
B
isolator
Slide 11 - Quiz
11. geleider of isolator:
plastic
plastic
timer
0:10
A
geleider
B
isolator
Slide 12 - Quiz
12. geleider of isolator:
steen
steen
timer
0:10
A
geleider
B
isolator
Slide 13 - Quiz
13. Welke stof is geen geleider?
timer
0:15
A
Koper
B
IJzer
C
Aluminium
D
Kunstof
Slide 14 - Quiz
14 Wat is de spanning die de
spanningsbron in deze
schakeling levert?
De lampjes zijn hetzelfde.
spanningsbron in deze
schakeling levert?
De lampjes zijn hetzelfde.
timer
0:30
Slide 15 - Question ouverte
15. Stroomsterkte is een...
timer
0:10
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 16 - Quiz
16. Eenheid van stroomsterkte
timer
0:10
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule
Slide 17 - Quiz
17 .Wat is het symbool van stroomsterkte?
timer
0:10
A
U
B
I
C
R
D
P
Slide 18 - Quiz
18. Wat is de eenheid van spanning?
timer
0:10
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule
Slide 19 - Quiz
19 . serieschakeling of een parallelschakeling?
timer
0:10
A
Serie
B
Parallel
C
Geen van beide
D
Beide
Slide 20 - Quiz
20 . Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kun je een stroomkring op een nette manier onderbreken!
Met een ........... kun je een stroomkring op een nette manier onderbreken!
timer
0:10
A
lampje
B
batterij
C
snoer
D
schakelaar
Slide 21 - Quiz
21. Vul het ontbrekende woord in:
Een ......... is een bron die elektrische energie levert!!!
Een ......... is een bron die elektrische energie levert!!!
timer
0:10
A
voltmeter
B
spanningsbron
C
amperemeter
Slide 22 - Quiz
22. Spanning wordt gemeten met een ............
timer
0:15
A
amperemeter
B
voltmeter
C
stroommeter
Slide 23 - Quiz
23. De spanning van het lichtnet is .......
timer
0:15
A
U= 12 V
B
U= 230 V
C
U= 9 V
D
U = 1,5 V
Slide 24 - Quiz
24. Een serieschakeling is een .....
timer
0:15
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen
Slide 25 - Quiz
25. Een parallelschakeling is een ....
timer
0:10
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen
