Lesen und Hören A2-B1 (2)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hausaufgaben 

Seite 214, Aufgabe 1 (Wähle 15 Sätze)

Seite 215, Aufgaben 3 und 4

Seite 218, Aufgabe 6 

Seite 218, Aufgabe 7 (beide Rollen vorbereiten!)

01:42

Was soll er tun?

1. Herz-Lungen-Wiederbelebung (mond-op-mond)
2. Stabile Steitenlage (stabiele zijligging)
3. Herzdruck Massage (hartmassage)

02:43

Hoe vaak moet je per minuut op het hart drukken?

03:52

Was soll er tun?

1. Helm abziehen (eraf halen)
2. Stabile Seitenlage
3. Blutung am Arm stillen (bloeding stoppen)

05:07

Waarom moet de helm eraf?

06:38

Was soll er tun?

1. Nabelschnur bleibt dran (blijft er aan)
2. Abklemmen
3. Durchschneiden (knippen)

07:30

Wat is 'Hebamme' voor beroep?

1. Ambulancebroeder
2. Verloskundige
3. Gynaecoloog
4. Intensive Care medewerker

09:05

Was soll er tun?

1. Wiederbelebung (reanimatie)
2. Schnitt in Luftrohr (snee in luchtpijp)
3. Eiswürfel in den Mund

10:09

Wat is 'Koniotomie'?

11:45

Was soll er tun?

1. Mann nicht bewegen, warten auf Hilfe
2. Gewalt gebrauchen, Mann aus dem Auto ziehen
3. Das Feuer löschen (blussen)

12:42

Wanneer je bij eerste hulp verlening iets fout doet, kun je aangeklaagd worden

1. waar
2. niet waar