CB hfst 5 oorlog en poëzie (perspectief), hfst 8 opgroeien (beeldspraak) kort verhaal opdracht, dialoog

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


timer
10:00
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Diapositive

Vandaag:

- Numo (al gedaan)
- Lezen en opdracht kort verhaal
- Hoofdstuk 5 over oorlog en poëzie (perspectief)
- Hoofdstuk 8 over opgroeien en poëzie (beeldspraak)
- Dialoog schrijven

Slide 3 - Diapositive

PTO 2:
Argumentatieleer: hoofdstuk 19 t/m 22.
Poëzie: hoofdstuk 4, 5, 8, 9, 10 + poëtische middelen B(beeldspraak) en C (stijlfiguren).
Herhaling: Inhoud en opbouw hoofdstuk 2 t/m 6.
Toets:
- leesvaardigheid, argumentatie en poëzie
- troublespeech
Numo
30 minuten per week
Werkwoorden en leestekens: 3F

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je opdrachten gemaakt bij een kort verhaal 
- Heb je geoefend met context, presentatie en perspectief poëzie
- Heb je een dialoog geschreven
- Heb je geoefend met beeldspraak

Slide 5 - Diapositive

Perspectieven

  • ik-perspectief (lyrisch ik)
  • hij/zij perspectief
  • alwetend perspectief

Slide 6 - Diapositive

Oefenen - dit doen we samen
Lees p. 143 1e alinea - theorieboek

Maak p. 142 opdr 1 t/m 3 (p. 142 theorieboek voor de gedichten)

Hoe ging dit? Wat vind je moeilijk en wat gaat je makkelijk af?

Slide 7 - Diapositive

Lees 'Arabische thriller'
- Beantwoord de volgende vragen
- Overleg op FLUISTERtoon
- We kijken het daarna na

Slide 8 - Diapositive

Maak de vragen samen
  1. Wat wist Nahi Iaffar over de moord die op hem gepleegd zou worden?
  2. Waarom had Nahi geen cashgeld om zijn leven te kopen?.
  3. Wat gebeurde er toen de rechercheur en zijn assistent weer naar beneden kwamen?
  4. Hoe reageerde Abd toen hij hoorde dat hij als moordenaar werd aangewezen?
B. Hij smeekte Nahi om te getuigen dat hij onschuldig was



Slide 9 - Diapositive

Kijk na! Hoeveel had je goed?
  1. Hij wist wie de moord zou plegen, op welk tijdstip en welke kleren hij zou dragen.
  2.  Zijn broer Rami had hem overtuigd de auto te verkopen in plaats van weg te geven.
  3.  De rechercheur kreeg een telefoontje dat Nahi toch niet vermoord zou worden.
  4. Hij smeekte Nahi om te getuigen dat hij onschuldig was



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Vergelijking 


Een vergelijking herken je aan de woorden 'als' en 'net'. 
Hij is zo rood als een kreeft. Ze is net (als) een nachtegaal.
Ook bij de woorden 'van een' kun je denken aan een vergelijking: hij is een beer van een vent.

Slide 12 - Diapositive

Metafoor
Bij een metafoor zijn de woorden 'als' of 'van een' weggelaten. Wél worden er twee dingen vergeleken, maar alleen het beeld is overgebleven.
"Het is hier een zwijnenstal!" roept moeder, als ze Tommy's kamer ziet.

Slide 13 - Diapositive

Personificatie 
Aan abstracte begrippen, iets uit de natuur of levenloze zaken wordt een menselijke eigenschap toegekend:
de oude auto kwam hoestend en proestend op gang.

Slide 14 - Diapositive

Metonymia
Bij een metonymia worden twee dingen met elkaar vergeleken, die niet op elkaar lijken.

"Het vriest flink, dus ik heb mijn ijzers alvast maar tevoorschijn gehaald."


Slide 15 - Diapositive

Een vergelijking herken je aan:
A
het woordje '(net) als'
B
het woordje 'met'
C
het woordje 'als', of 'van een'
D
het woordje 'vergeleken'

Slide 16 - Quiz

Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?
A
onjuist
B
juist

Slide 17 - Quiz

'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymia
C
metafoor
D
personificatie

Slide 18 - Quiz

'Geef mij nog eens een glas'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
synesthesie
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 19 - Quiz

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymia
C
metafoor
D
personificatie

Slide 20 - Quiz

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking

Slide 21 - Quiz

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 22 - Diapositive

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 23 - Diapositive

??????????????????????????????

Slide 24 - Diapositive

dialoog                monoloog

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Dialoog Hoefnagels
- Hoe loopt dit af?
- Maak in tweetallen een dialoog
- Wie is de docent en wie de leerling?
- Overleg op FLUISTERtoon
- Wie gaat er als eerste? 
timer
5:00

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je opdrachten gemaakt bij een kort verhaal 
- Heb je geoefend met context, presentatie en perspectief poëzie
- Heb je een dialoog geschreven
- Heb je geoefend met beeldspraak

Slide 28 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 29 - Question ouverte