De wetenschappelijke methode

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
geschiedenisSecundair onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Tegenwoordig is wetenschap óveral

Slide 2 - Diapositive

Maar tot de late Middeleeuwen
was dit helemaal niet zo...

Slide 3 - Diapositive

Dit komt door twee redenen...

Slide 4 - Diapositive

Wetenschap uit de klassieke oudheid
&
Behoudende visie van de Kerk

Slide 5 - Diapositive

16e eeuw - Humanisme
Mens - werd nu óók belangrijk geacht

Slide 6 - Diapositive

17e eeuw -
Wetenschappelijke Revolutie

Slide 7 - Diapositive

HUMANISTEN

Een kritische houding 

& Nieuwsgierig waren


Slide 8 - Diapositive

HUMANISTEN




Stelde vragen - wie, wat, waarom en hoe!?

Slide 9 - Diapositive

Systematische Uitoefening
Regels
Structuur
Planning
zorgde voor - Objectieve uitslag

Slide 10 - Diapositive

Wetenschappelijke Revolutie
De houding van wetenschappers veranderde ingrijpend

Slide 11 - Diapositive

Wetenschappelijke Revolutie
Verder hielpen wetenschappelijke tijdschriften en boeken met het verspreiden van kennis

Slide 12 - Diapositive

Waarheid
Hoofdvraag: wat is waarheid?
Kenmerk: niet meer uitgaan van
wat anderen zeggen, maar zelf
nadenken
Hoe? rationalisme vs. empirisme
Wat is waarheid? Als de oude Grieken of Romeinen het vinden? Als het in de Bijbel staat? Of iets anders? Je kunt de wereld niet verklaren door alleen een beroep te doen op het gezag van anderen. Zelf logisch redenenen of systematisch observeren en experimenten was het devies.

Slide 13 - Diapositive

Wetenschappelijke Revolutie
systematisch kennis verwerven:
- rationalisme (verstand)
- empirisme (waarneming)

gevolgen:
- ontdekking van natuurwetten
- vooruitgangsgedachte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Empirie = de werkelijkheid om je heen
  • Kennis over de werkelijkheid om je heen noem je empirische kennis.
  • Je verkrijgt die kennis door de werkelijkheid te onderzoeken.
  • Door middel van directe en indirecte ervaring stel je de waarheid van een oordeel vast.
  • Zintuiglijke kennis
  • Ervaring is de enige bron van kennis

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

René Descartes
Cogito ergo sum

Het denken (de ratio) is de enige of voornaamste bron van kennis

Slide 18 - Diapositive

Ratio
Als je alleen je hersenen gebruikt, blijf je binnen je ratio, de rede. Je houdt afstand van de werkelijkheid die altijd anders kan zijn.

Je analyseert = het werk van je verstand (je ratio) daarom: RATIONALISME

Slide 19 - Diapositive

Deductieve redenering - Rationalisme
Premisse 1: Alle roofdieren hebben scherpe snijtanden.
Premisse 2: Leeuwen zijn roofdieren.

Conclusie: leeuwen hebben scherpe snijtanden.

(Premisse = beweerzin)

Slide 20 - Diapositive

Inductieve redenering - empirisme
Beweerzin 1: De eerste kraai in het park is zwart.
Beweerzin 2: De tweede kraai in het park is zwart.
Beweerzin 3: De derde kraai in het park is zwart.
Beweerzin 4: De laatste kraai in het park is zwart.

Conclusie: alle kraaien in het park zijn zwart.

Slide 21 - Diapositive

Inductieprobleem
Heb je echt alles overal onderzocht?
Dus hoe betrouwbaar is de algemene regel die je hebt afgeleid?

En bij het verifiëren van de afgeleide algemene regel loop je vervolgens tegen een vergelijkbaar probleem aan.

Slide 22 - Diapositive

Indien je wat meer uitleg wil over de inductieve en deductieve methode kan je volgend filmpje bekijken (optioneel).
Abductieve methode is GEEN leerstof

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

De wetenschappelijke revolutie
-Zeventiende-eeuwse wetenschappers gingen nog meer dan voorheen uit van verstand en waarneming.
-Ze geloofden dat ze door wetenschap de wereld kon worden begrepen (kijken, meten, denken, argumenteren).
-Wetenschappelijk onderzoek was niet bedoeld om kerk en geloof ter discussie te stellen, maar om de grootsheid van Gods schepping aan te tonen.

Slide 27 - Diapositive

Obser-veren
Rede-neren
Experim-enteren

Slide 28 - Question de remorquage

Slide 29 - Diapositive

De Wetenschappelijke Revolutie was
A
Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
B
Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
C
Een tijd waarin wetenschap veranderde.
D
Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Slide 30 - Quiz

Wat verstaan we onder empirisme?

Slide 31 - Question ouverte

Waarheidsvinding door middel van logisch nadenken heet:
A
Empirisme
B
Rationalisme
C
Humanisme
D
Absolutisme

Slide 32 - Quiz

De grondlegger van de moderne toepassing van het empirisme in de wetenschap heet:
A
Galileo Galileï
B
René Descartes
C
Copernicus
D
Francis Bacon

Slide 33 - Quiz

De wetenschappelijke revolutie
  • Zeventiende eeuwse wetenschappers gingen uit van verstand en waarnemingen. Ze geloofden dat hierdoor de wereld kon worden begrepen.
  • Het was niet de bedoeling van de onderzoekers om het ongelijk van de Kerk aan te tonen, het was juist de bedoeling om de grootsheid van Gods schepping aan te tonen.
  • Deze periode in de zeventiende eeuw werd de wetenschappelijke revolutie genoemd. De wetenschappelijke revolutie bouwde voort op het humanisme in de zestiende eeuw.

Slide 34 - Diapositive