Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Ontdek de wereld van transport!
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Doel van de les
Aan het einde van deze les kun je verschillende transportmiddelen benoemen, hun bijbehorende vocabulaire herkennen, de logo's van openbaar vervoer herkennen en het juiste transportmiddel herkennen.
Slide 2 - Diapositive
Leg het doel van de les uit en benadruk de belangrijkste punten die de studenten zullen leren.
Wat weet jij al over verschillende vormen van transport?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Auto
Een auto is een voertuig met vier wielen en een motor dat wordt gebruikt om mensen en goederen te vervoeren.
Slide 4 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten auto's en vraag de studenten om te benoemen welke auto's ze kennen.
Bus
Een bus is een groot voertuig dat wordt gebruikt om veel mensen tegelijk te vervoeren.
Slide 5 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten bussen en vraag de studenten om te benoemen welke bussen ze kennen.
Vliegtuig
Een vliegtuig is een voertuig dat door de lucht vliegt en wordt gebruikt om mensen en goederen over lange afstanden te vervoeren.
Slide 6 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten vliegtuigen en vraag de studenten om te benoemen welke vliegtuigen ze kennen.
Trein
Een trein is een voertuig dat over rails rijdt en wordt gebruikt om mensen en goederen te vervoeren.
Slide 7 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten treinen en vraag de studenten om te benoemen welke treinen ze kennen.
Tram
Een tram is een voertuig dat over rails rijdt en wordt gebruikt om mensen te vervoeren in stedelijke gebieden.
Slide 8 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten trams en vraag de studenten om te benoemen welke trams ze kennen.
Metro
Een metro is een ondergronds voertuig dat wordt gebruikt om mensen te vervoeren in stedelijke gebieden.
Slide 9 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten metro's en vraag de studenten om te benoemen welke metro's ze kennen.
Fiets
Een fiets is een voertuig met twee wielen dat wordt aangedreven door menselijke kracht en wordt gebruikt om mensen te vervoeren.
Slide 10 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten fietsen en vraag de studenten om te benoemen welke fietsen ze kennen.
Boot
Een boot is een voertuig dat over water vaart en wordt gebruikt om mensen en goederen te vervoeren.
Slide 11 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten boten en vraag de studenten om te benoemen welke boten ze kennen.
Helikopter
Een helikopter is een voertuig dat door de lucht vliegt en verticaal kan opstijgen en landen.
Slide 12 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten helikopters en vraag de studenten om te benoemen welke helikopters ze kennen.
Openbaar vervoer logo's
Laat afbeeldingen zien van verschillende openbaar vervoer logo's en vraag de studenten om te benoemen welk vervoersmiddel bij welk logo hoort.
Slide 13 - Diapositive
Herhaal de namen van de verschillende openbaar vervoer logo's en vraag de studenten om te oefenen met het herkennen van de logo's.
Transportmiddelen matchen
Laat afbeeldingen zien van verschillende transportmiddelen en vraag de studenten om deze te matchen met de juiste omschrijving.
Slide 14 - Diapositive
Geef de studenten de opdracht om in groepjes of individueel de transportmiddelen te matchen met de juiste omschrijving. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 15 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 16 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 17 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.