Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Les 17 fit, fitter, fitst
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het einde van de les weet jij wat we bedoelen met calorieën
weet jij hoeveel calorieën je op een dag binnen moet krijg
weet jij hoe je overgewicht kan voorkomen
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn caloriëen?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
30 jaar
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Kan iemand die overgewicht heeft ook ondervoed zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Wat kan een oorzaak zijn van overgewicht bij kinderen die veel bezig zijn met gamen?
A
ongezond eten
B
Te weinig beweging
C
Te weinig slaap
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 9 - Quiz
Als je fit bent, moet je dan letten op elke calorie die je eet?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Hoeveel calorieën mag een man en een vrouw per dag hebben.
A
Man: 2000 cal
Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal
Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal
Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal
Vrouw: 2500 cal
Slide 11 - Quiz
Een tussendoortje dat weinig calorieën heeft is:
A
ijsje
B
boterham met worst
C
rijstwafel
D
gevulde koek
Slide 12 - Quiz
l?
Hoeveel calorieën bevat een appel?
A
10
B
100
C
50
D
500
Slide 13 - Quiz
Hoeveel calorieën bevat een klein glas cola?
A
100
B
150
C
200
D
250
Slide 14 - Quiz
Hoeveel calorieën bevat een 1 hele komkommer?
A
100
B
60
C
30
D
10
Slide 15 - Quiz
Hoeveel calorieën bevat een broodje kroket
A
368
B
451
C
536
D
602
Slide 16 - Quiz
Hoeveel calorieën bevat een frikandelbroodje
A
368
B
447
C
536
D
602
Slide 17 - Quiz
Hoeveel calorieën bevat een blikje energie van 500ml
A
75
B
235
C
168
D
602
Slide 18 - Quiz
Hoeveel calorieën bevat 1 winegum?
A
5
B
10
C
15
D
20
Slide 19 - Quiz
hoeveel calorieën bevat dit tussendoortje per portie?
140 caloriën
250 caloriën
40 caloriën
52 caloriën
210 caloriën
90 caloriën
Slide 20 - Question de remorquage
Nu weet je wat calorieën zijn.
Alleen hoeveel calorieën verbruik je tijdens beweging?
Slide 21 - Diapositive
Verbranding per activiteit
Slide 22 - Diapositive
Hoe lang denk je dat je zou moeten wandelen (normaal tempo 6km/u) om alle calorieën van een 'big mac' (510 kcal) weer te verbruiken?
A
25 minuten
B
50 minuten
C
75 minuten
D
100 minuten
Slide 23 - Quiz
Hoeveel calorieën verbruik je met een uur fietsen? (16 km/u)
A
240 kcal
B
300 kcal
C
360 kcal
D
420 kcal
Slide 24 - Quiz
Voor de oplettende quizmaster:
Hoeveel uur zou je moeten fietsen (16 km/u) om een big mac (510 kcal) te verbranden?
A
+/- 1 uur
B
+/- 1,5 uur
C
+/- 2 uur
D
+/- 3 uur
Slide 25 - Quiz
Je lichaam kan goed zijn eigen gewicht in balans houden. (inname calorieën is dan gelijk aan verbruik calorieën)
Wanneer je lichaam een tekort aan voeding heeft dan merk je dat door?
A
Slapeloze nachten
B
Heel druk doen
C
Honger en dorst signalen
D
Veel willen sporten
Slide 26 - Quiz
Verbruik van calorieën
Voor alles wat je doet heb je energie nodig.
Of je nu zit, fietst, rent of slaapt.
Deze energie (calorieën) haal je uit je voeding.
Beweeg je meer, dan heb je ook meer calorieën nodig.
Waar is beweging nog meer goed voor?
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
00:36
Als Gijs deze life-style lang aanhoudt, zou hij zich dan ook lang fit blijven voelen? Waarom wel of niet?
Slide 29 - Question ouverte
00:52
Waarom is bewegen zo goed voor je? Welke van de onderstaande antwoorden is NIET waar?
A
Je slaapt er beter van.
B
Je hart wordt sterker en kan meer bloed rond pompen.
C
Je hersenen maken endorfine (geluksstofjes) aan en hierdoor zit je beter in je vel.
D
Je gaat er gezonder van eten.
Slide 30 - Quiz
Volgens de richtlijnen van de gezondheidsraad zou je: 7x in de week gematigd moeten bewegen ( bijvoorbeeld 30min wandelen of 15 min fietsen) en 3x in de week zeer intensief moeten bewegen (wedstrijd voetbal, zwemmen, hardlopen) Voldoe jij op dit moment aan deze richtlijnen?
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quiz
Hoeveel calorieën zou een goed ontbijt ongeveer moeten hebben?