Voeding (caloriëenteller)

Voeding (calorieënteller)
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voeding (calorieënteller)

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan
bij 'fit zijn'?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Als je fit bent, moet je dan letten op elke calorie die je eet?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

2

Slide 5 - Vidéo

00:34
Als je over langere tijd meer calorieën binnenkrijgen dan je verbruikt, dan?
A
Blijf je goed op gewicht
B
Val je af
C
Kom je aan
D
Dan ben je Fit!

Slide 6 - Quiz

00:51
Een calorie is een eenheid van energie, deze wordt vooral in de voedingsindustrie gebruikt.
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet

Slide 7 - Quiz

Hoeveel calorieën mag een man en een vrouw per dag hebben.
A
Man: 2000 cal Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal Vrouw: 2500 cal

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Een tussendoortje dat weinig calorieën heeft is:
A
ijsje
B
boterham met worst
C
rijstwafel
D
gevulde koek

Slide 10 - Quiz

Kun je een product wel gezond of ongezond noemen?
timer
0:15
Ja
Nee

Slide 11 - Sondage

Nee!
Je kunt eigenlijk niet van één product zeggen of het gezond is of ongezond. Het hangt er namelijk altijd van af hoeveel of hoe vaak je het eet. We kunnen wel zeggen dat een product past in een gezonde voeding; dus of iets in de Schijf van Vijf staat of niet. Van bepaalde productgroepen weten we dat ze positieve effecten hebben op de gezondheid. Denk aan groente, fruit, vis en ongezouten noten. In de Schijf van Vijf staan deze productgroepen. 

Slide 12 - Diapositive

Slepen maar!
Waar hoort het in de Schijf van Vijf? Sleep jij het eten en drinken naar het juiste vak?

Slide 13 - Question de remorquage

Brandstoffen lichaam
Koolhydraten en vetten worden de brandstoffen of energierijke stoffen genoemd. Zij leveren energie om te kunnen bewegen en om warm te blijven. Teveel koolhydraten en vetten worden in het lichaam opgeslagen als reservestoffen. Brood, pasta, couscous en aardappelen zijn voedingsmiddelen die veel zetmeel bevatten.

Slide 14 - Diapositive

l?


Hoeveel calorieën bevat een appel?
A
10
B
100
C
50
D
500

Slide 15 - Quiz

Hoeveel calorieën bevat een klein glas cola?
A
100
B
150
C
200
D
250

Slide 16 - Quiz

Hoeveel calorieën bevat een 1 hele komkommer?
A
100
B
60
C
30
D
10

Slide 17 - Quiz

Hoeveel calorieën bevat een broodje kroket
A
368
B
451
C
536
D
602

Slide 18 - Quiz

Hoeveel calorieën bevat 1 winegum?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Nu weet je wat calorieën zijn.

Alleen hoeveel calorieën verbruik je tijdens beweging?

Slide 21 - Diapositive

Hoe lang denk je dat je zou moeten wandelen (normaal tempo 6km/u) om alle calorieën van een 'big mac' (510 kcal) weer te verbruiken?
A
25 minuten
B
50 minuten
C
75 minuten
D
100 minuten

Slide 22 - Quiz

Hoeveel calorieën verbruik je met een uur fietsen? (16 km/u)
A
240 kcal
B
300 kcal
C
360 kcal
D
420 kcal

Slide 23 - Quiz

Voor de oplettende quizmaster:

Hoeveel uur zou je moeten fietsen (16 km/u) om een big mac (510 kcal) te verbranden?
A
+/- 1 uur
B
+/- 1,5 uur
C
+/- 2 uur
D
+/- 3 uur

Slide 24 - Quiz

Je lichaam kan goed zijn eigen gewicht in balans houden. (inname calorieën is dan gelijk aan verbruik calorieën)

Wanneer je lichaam een tekort aan voeding heeft dan merk je dat door?
A
Slapeloze nachten
B
Heel druk doen
C
Honger en dorst signalen
D
Veel willen sporten

Slide 25 - Quiz

Verbruik van calorieën
Voor alles wat je doet heb je energie nodig. 
Of je nu zit, fietst, rent of slaapt.

Deze energie (calorieën) haal je uit je voeding.

Beweeg je meer, dan heb je ook meer calorieën nodig.
Waar is beweging nog meer goed voor?



Slide 26 - Diapositive

2

Slide 27 - Vidéo

00:36
Als Gijs deze life-style lang aanhoudt, zou hij zich dan ook lang fit blijven voelen? Waarom wel of niet?

Slide 28 - Question ouverte

00:52
Waarom is bewegen zo goed voor je?
Welke van de onderstaande antwoorden is NIET waar?
A
Je slaapt er beter van.
B
Je hart wordt sterker en kan meer bloed rond pompen.
C
Je hersenen maken endorfine (geluksstofjes) aan en hierdoor zit je beter in je vel.
D
Je gaat er gezonder van eten.

Slide 29 - Quiz

Volgens de richtlijnen van de gezondheidsraad zou je:
7x in de week gematigd moeten bewegen ( bijvoorbeeld 30min wandelen of 15 min fietsen)
en
3x in de week zeer intensief moeten bewegen (wedstrijd voetbal, zwemmen, hardlopen)
Voldoe jij op dit moment aan deze richtlijnen?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz