Verdieping gehandicaptenzorg, (ODD/CD)


ODD/
CD
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DoelgroepenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


ODD/
CD

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie weet er al iets over de stoornissen ODD of CD?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Puberteit
Bij kinderen is het heel normaal dat zij zich afzetten (peuterpuberteit/koppigheidsfase). Op het moment dat zij zich kunnen verwoorden en emoties onder controle krijgen houdt zo'n fase op. 

Bij mensen met een licht verstandelijke beperking kan zo'n fase later in het leven komen en zelfs blijven (omdat zij zich niet goed kunnen uitten). 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Agressieve gedrags-
stoornis 

Je spreekt hiervan als:

- het gedrag heel erg negatief is en vaker 
- sterker voorkomt dan gemiddeld en 
- gedurende langere tijd aanwezig is

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee veel voorkomende vormen:

Oppositioneel opstandige gedragsstoornissen (in de DSM: ODD, Oppositional Defiant Disorder) 

Antisociale gedragsstoornissen (in de DSM: CD, Conduct Disorder). 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ouders
Het opvoeden van deze kinderen vergt veel van de ouders; zij moeten met heel lastig gedrag omgaan en dat kan zorgen voor overbelasting van de ouders.


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opvallend
Kinderen/clienten met een gedragsstoornis zijn snel gefrustreerd, worden van het ene op het andere moment heel erg boos, luisteren slecht en kunnen moeilijk op een andere manier tegen een situatie aankijken en daarbij een andere houding aannemen.  

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: zoek op internet op welke gedragingen je moet hebben om gediagnostiseerd te worden met ODD en welke voor CD
timer
6:00

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

ODD
Twee meest opvallende punten: agressiviteit en de neiging om anderen opzettelijk lastig te vallen en te irriteren.  Voor een diagnose heb je minimaal 4 van de onderstaande symptomen:

• wordt vaak boos, driftig, snel geïrriteerd;
• gaat vaak met volwassenen in discussie;
• verzoeken of regels van volwassenen worden bewust overtreden of genegeerd;
• irriteert andere mensen;
• geeft anderen de schuld van zijn of haar fouten of misdragingen;
• Is vaak hatelijk en wraakgierig.

Slide 10 - Diapositive

De afkorting ODD komt van de Engelse term oppositional defiant disorder. In het Nederlands heet dit oppositionele-opstandige stoornis. Kinderen met ODD zijn moeilijk in de opvoeding, ongehoorzaam en in verzet. Ze maken veel ruzie, zijn driftig en houden zich niet aan de regels, maar feitelijk gewelddadig gedrag is niet aan de orde. Ze hebben wel problemen in de sociale omgang, vooral met volwassenen maar ook met leeftijdsgenoten. ODD komt bij ruim 3% van de kinderen voor. Regelmatig gaat de aandoening samen met andere ontwikkelingsproblemen, zoals ADHD of een autismespectrumstoornis, Maar ook met lees- of taalproblemen, coördinatie-ontwikkelingsstoornis (DCD) of een licht verstandelijke beperking.
CD
Een gebrek aan respect voor de rechten en gevoelens van anderen. Voor een diagnose heb je minimaal 4 van de onderstaande symptomen:
• pest, bedreigt, intimideert;
• gebruikt wapens en brengt lichamelijk letsel toe;
• zet aan tot vechten;
• mishandelt mens en dier;
• dwingt tot seksueel contact;
• steelt of liegt om verplichtingen uit de weg te gaan;
• sticht brand en vernielt met de bedoeling ernstige schade aan te richten;
 • spijbelt en loopt weg van huis.

Slide 11 - Diapositive

De symptomen van CD (de normoverschrijdend-gedragsstoornis) zijn ernstiger dan die van ODD. CD is de afkorting voor de Engelse term conduct disorder. In het Nederlands heet dit gedragsstoornis. Deze kinderen laten gedrag zien dat voor hun omgeving niet-acceptabel is. Ze kunnen agressief zijn of crimineel gedrag vertonen. Sommige kinderen zijn erg op zichzelf gericht en gaan niet veel met leeftijdsgenoten om. Als ze wel met een groep optrekken, vinden ze dat voor hen andere regels gelden.
let op!
Je hebt deze kennis nodig voor je werk, maar je stelt geen diagnoses, alleen een psycholoog of psychiater mag dat.

Probeer op werk/stages niet te snel te labelen. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil ODD en CD
Het belangrijkste verschil tussen ODD en CD is dat er bij ODD geen sprake is van gewelddadig gedrag. 

ODD-kinderen zijn moeilijk op te voeden, maar gewelddadig gedrag is niet aan de orde.  

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overeenkomsten ODD en CD

Het ontstaan en de behandelmethode zijn hetzelfde. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan ODD en CD
kind gebonden en/of omgeving gebonden

kind gebonden: biologische factoren, een moeilijk temperament, impulsiviteit en erfelijkheid. 

omgeving gebonden: huwelijksproblemen van de ouders, onduidelijke regels en gedrag van ouders tijdens het opvoeden. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belang van behandeling
Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk aan de bel te trekken. Anders raakt het gedrag ingesleten en is het niet/moeilijk te behandelen. 

ODD kan CD worden

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen ODD/CD
Zonder behandeling: kinderen komen vaak in de criminaliteit,
Broertjes en zusjes, ouders, vriendjes en dieren kunnen mishandeld worden. Ze worden buitengesloten. 

Met behandeling: kan het kind normaal gedrag aanleren en met hulp meedraaien in de maatschappij

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Comorbiditeit 
vaak met ADHD en depressie, licht verstandelijke beperking, taalontwikkelingsstoornis, angststornis, autisme, ontwikkelingsproblematiek

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan OCD
A
erfelijkheid
B
genendeffect
C
chromosoomafwijking
D
opvoeding

Slide 19 - Quiz

Als je erfelijk kwetsbaar bent heb je een grotere kan om OCD te ontwikkelen
ODD
A
onzettend veel dagen druk
B
opstandige omgangsstoornis
C
oppositioneel opstandige stoornis
D
oppositioneel dwingend druk

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

alcohol en drugsmisbruik, relatieproblemen, psychische stoornissen bij de ouders en opvoedingsstijl kunnen risicofactoren zijn voor het ontstaan van ODD
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij ODD?
A
geduld verliezen, snel geïrriteerd, veel ruzie met gezagsfiguren
B
apathie
C
dwangmatige handelingen
D
angst en paniekaanvallen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omgaan met ODD
A
straffen en belonen
B
negeren
C
strijd aan gaan
D
alle betrokken op een lijn

Slide 23 - Quiz

alle betrokkenen op een lijn, dan wordt niemand tegen elkaar uitgespeeld
Waarom is belangrijk dat alle betrokkenen op één lijn staan
A
B
dan wordt niemand tegen elkaar uitgespeeld

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling
  • de opvoedingsvaardigheden van de ouders
  • de sociaal probleemoplossende vaardigheden en de vaardigheden in het omgaan met boosheid van het kind of de jongere
  • de brede sociale omgeving van de jongere

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ouderinterventies
Ouders leren de opvoedingsvaardigheden te gebruiken waarvan werd aangetoond dat zij de symptomen van ODD en CD doen afnemen en sociaal gewenst gedrag doen toenemen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ouderinterventies
Systemische gezinstherapie
Iedereen die betrokken is bij de opvoeding
Positieve gedachten geven
consequent vasthouden aan een opdracht
prijzen en belonen van gewenst gedrag
negeren milde vormen van ongewenst gedrag
toepassen van een time out
milde vormen van straf bij ongewenst gedrag


Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel evalueren

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions