BVJ Thema Ordening 3.3 en 3.4
1 / 30
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben, namelijk ...
A
Bladeren
B
Bloemen
C
Wortels
D
Stengels
Slide 12 - Quiz
Planten kunnen worden onderverdeeld in sporenplanten en ..............
Ze planten zich voort met .......... die ontstaan in de ......
Een paar voorbeelden van dit soort planten zijn de paardenbloem en de ...........
Appelboom
Bloemen
Zaden
Zaadplanten
Slide 13 - Question de remorquage
Naast de zaadplanten heb je ook de ...........
Ze planten zich voort met .....................
Bij mossen ontstaan ze in ................................... op steeltjes
Bij varens ontstaan die in ........................................ aan de onderkant van bladeren
Sporendoosjes
Sporen
Sporenplanten
Sporenhoopjes
Slide 14 - Question de remorquage
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
0
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Wat is een voedingsmiddel dat door schimmels wordt gemaakt?
Slide 26 - Question ouverte
Wat is penicilline?
A
Een medicijn tegen schimmels
B
Een deel van een paddenstoel
C
Een medicijn tegen bacteriën
D
Een schimmeldraad
Slide 27 - Quiz
Kunnen paddenstoelen fotosynthese uitvoeren?
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quiz
Waar of niet waar: Schimmels hebben geen chromosomen
A
Waar
B
Niet waar
