3a - préparation CP2

Finir chap 2 et préparer CP 2
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Finir chap 2 et préparer CP 2

Slide 1 - Diapositive

Préparation CP2
  • Ik kan zeggen dat ik ergens heen ga of dat iets van iets of iemand is (au/aux en du/des).

  • Ik kan de werkwoorden op -ir gebruiken in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd.

  • Ik kan woorden over vrije tijd herkennen en gebruiken.

  • Ik ken Franse zinnen waarmee ik op een Franse markt iets kan proeven en kopen (A2).

  • Ik kan in het Nederlands vertellen over St Malo.

Slide 2 - Diapositive

Petit interro ou apprendre ?

Slide 3 - Diapositive

Bespreken texte F
Exercice 22 et 23

Slide 4 - Diapositive

Je reste ______________ hôtel pendant quatre jours.
A
au
B
des
C
aux
D
du

Slide 5 - Quiz

Je vais _______________ école cinq jours par semaine.
A
de l'
B
à la
C
des
D
à l'

Slide 6 - Quiz

Qu’est-ce que vous pensez _________ musique néerlandaise?
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 7 - Quiz

C’est le jean _________________ garçon.
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 8 - Quiz

Maintenant, c'est à vous!
Fais exercice 1 sur la feuille

Slide 9 - Diapositive

Évaluation: hoe bepaal je of je au/à la/à l'/aux // du/de l'/de la/des gebruikt? (2 aspecten!)

Slide 10 - Question ouverte

Présent

je grandis
tu grandis
il/elle/on grandit
nous grandissons
vous grandissez
ils/elles grandissent
Passé composé

j'ai grandi
tu as grandi
il/elle/on a grandi
nous avons grandi
vous avez grandi
ils/elles ont grandi

Slide 11 - Diapositive

Vul de juiste vorm van het gevraagde werkwoord in de gevraagde tijd in.

Tu ___________ (remplir, passé composé).

Slide 12 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het gevraagde werkwoord in de gevraagde tijd in.

Les élèves ______ (choisir, présent).

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal:

Wij kiezen

Slide 14 - Question ouverte

Maintenant c'est à vous!

Fais exercice 2 à la feuille

Slide 15 - Diapositive

Évaluation: welke uitgangen leer je voor de werkwoorden op -ir?

Slide 16 - Question ouverte

Taaldorp: au marché
Bestudeer de zinnen. 
Stel vragen wanneer je niet duidelijk is waarom iets op een bepaalde manier vertaald is.
Markeer onderdelen van de zin die niet letterlijk vertaald zijn. 

Let vooral goed op vaste constructies die je vrijwel altijd kunt gebruiken (C'est ... / Vous avez... / je voudrais.../ Je peux ...).

Slide 17 - Diapositive

Wat zeg je als....

Je een kilo appels wilt kopen?

Slide 18 - Question ouverte

Wat zeg je als....

Je graag contant zou willen betalen?

Slide 19 - Question ouverte

Évaluation: hoe scoor je makkelijk punten bij de Taaldorpopdrachten op het CP?

Slide 20 - Question ouverte

St Malo

Slide 21 - Carte mentale

Hoe ga je het leren van de woordjes aanpakken?

Slide 22 - Question ouverte

Préparation CP2
  • Ik kan zeggen dat ik ergens heen ga of dat iets van iets of iemand is (au/aux en du/des).

  • Ik kan de werkwoorden op -ir gebruiken in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd.

  • Ik kan woorden over vrije tijd herkennen en gebruiken.

  • Ik ken Franse zinnen waarmee ik op een Franse markt iets kan proeven en kopen (A2).

  • Ik kan in het Nederlands vertellen over St Malo.

Slide 23 - Diapositive

Travail autonome
- check je evaluatieformulier van vorige toets
- maak daarna een planning
- plan een flexles in, zodat je altijd nog vragen kunt stellen
- kies: leren, overschrijven, oefenen, vragen stellen aan docent, samen of alleen.

Slide 24 - Diapositive

Fin du cours
Wie heeft in beeld wat hij/zij nog moet doen voor het CP?
Wat hebben leerlingen die er nu niet zijn gemist en wie zorgt voor overdracht?

Bij vragen: kom langs (in de flex) of mail!

Slide 25 - Diapositive

Préparation CP2
  • Ik kan zeggen dat ik ergens heen ga of dat iets van iets of iemand is (au/aux en du/des).

  • Ik kan de werkwoorden op -ir gebruiken in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd.

  • Ik kan woorden over vrije tijd herkennen en gebruiken.

  • Ik ken Franse zinnen waarmee ik op een Franse markt iets kan proeven en kopen (A2).

  • Ik kan in het Nederlands vertellen over St Malo.

Slide 26 - Diapositive

Bespreken tekst 
Exercice 22 et 23

Slide 27 - Diapositive