4.5 Procenten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

- Welkom

● Leerdoelen bespreken

● Voorkennis: ..............

● Uitleg: ..............

● Zelfstandig werken

● Leerdoel behaald?

Welkom bij wiskunde

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

TELEFOON thuis of 

in de kluis.

LAPTOP in je tas.

Leerdoelen

Je kunt met procenten rekenen.

Je kunt een percentage berekenen.

H4: GETALLEN

4.1 Getallen

4.2 Grote Getallen

4.3 Afronden

4.4 Afronden in praktische situaties

4.5 Procenten

4.6 Verhoudingstabellen

TERUGBLIK

TERUGBLIK

Dus: 

Dus: 

Nieuwe theorie:

Rekenen met procenten en het berekenen van een percentage.

Procent

Cent = 100             en           procent betekent      "van de 100"

83 %  betekent 83 van de 100

83% = 

0,83 noemen we  de vermenigvuldigingsfactor.

Je kunt hem gebruiken om procentberekeningen te maken

​100​​83​​

83 : 100 = 0,83

mag je ook schrijven

Dus

10% van 300 =                   0,10 x 300 = 30

18% van 300 =                   0,18 x 300 = 54

42% van 300 =                  0,42 x 300 = 126

Let op!

Geldbedragen rond je altijd af op twee decimalen

en

percentages rond je altijd af op 1 decimaal

Er worden procenten gegeven------in de opgave----- zoals: 

Kim krijgt 21% korting op nieuwe schoenen van 80 euro. Hoeveel kosten de schoenen nu?

0,21 x 80 = 16,80 euro

Kim krijgt 16,80 euro korting

80 euro - 16,80 euro = 73,20 euro

Dus: de schoenen kosten nu 73,20 euro

Kim krijgt 21% korting op nieuwe schoenen van 80 euro. Hoeveel kosten de schoenen nu?

21% = 21:100    =    0,21

0,21 x 80 = 16,80 euro

Kim krijgt 16,80 euro korting

80 euro - 16,80 euro = 73,20 euro

Dus: de schoenen kosten nu 73,20 euro

Kim krijgt 21% korting op nieuwe schoenen van 80 euro. Hoeveel kosten de schoenen nu?

21% = 21:100    =    0,21

0,21 x 80 = 16,80 euro

Kim krijgt 16,80 euro korting

80 euro - 16,80 euro = 73,20 euro

Dus: de schoenen kosten nu 73,20 euro

Kim krijgt 21% korting op nieuwe schoenen van 80 euro. Hoeveel kosten de schoenen nu?

21% = 21:100    =    0,21

0,21 x 80 = 16,80 euro

Kim krijgt 16,80 euro korting

80 euro - 16,80 euro = 73,20 euro

Dus: de schoenen kosten nu 73,20 euro

Kim krijgt 21% korting op nieuwe schoenen van 80 euro. Hoeveel kosten de schoenen nu?

21% = 21:100    =    0,21

0,21 x 80 = 16,80 euro

Kim krijgt 16,80 euro korting

80 euro - 16,80 euro = 63,20 euro

Dus: de schoenen kosten nu 73,20 euro

Kim krijgt 21% korting op nieuwe schoenen van 80 euro. Hoeveel kosten de schoenen nu?

21% = 21:100    =    0,21

0,21 x 80 = 16,80 euro

Kim krijgt 16,80 euro korting

80 euro - 16,80 euro = 63,20 euro

Dus: de schoenen kosten nu 63,20 euro

Er wordt om procenten gevraagd -----in de opgave---- gebruik het zinnetje .......... van de ...... en dan keer 100%

Er wordt om procenten gevraagd...

Huiswerk

Lezen: theorieblokken: blz. 218

Maken:  vanaf blz. 219: opg. 79 t/m 90

extra:

Nakijken! 

Klaar: 1HV boek (laptop) blz 178 1 t/m 13)

Achter de les

Leerdoelen behaald?

Je kunt met procenten rekenen.

Je kunt een percentage berekenen.

H4: GETALLEN

4.1 Getallen

4.2 Grote Getallen

4.3 Afronden

4.4 Afronden in praktische situaties

4.5 Procenten

4.6 Verhoudingstabellen

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.