Kapitel 1:
- Woordjes A, B, D/F + G (incl. meervouden). Blz. 40-41.
- Grammatik C: haben/sein in de verleden tijd. Blz. 44.
- Grammatik E: werden in de tegenwoordige & verleden tijd. Blz. 44.
Kapitel 2:
- Woordjes A, B, D/F + G (incl. meervouden). Blz. 76-77.
- Grammatik C: regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Blz. 80.
- Grammatik E: zinnen ontleden (1e, 3e & 4e naamval). Blz. 81.