7.3 samenvattingsles

Samenvattingsles 7.3
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Samenvattingsles 7.3

Slide 1 - Diapositive

Oostzeehandel:

Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 2 - Quiz

Oostzeehandel

Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 3 - Quiz

Welke (tijds)volgorde is juist?
A
VOC - WIC - Oostzeehandel
B
Oostzeehandel - VOC - WIC
C
Oostzeehandel - WIC - VOC
D
VOC - Oostzeehandel - WIC

Slide 4 - Quiz

Oostzeehandel
V.O.C.
Moederhandel

aandelen
hout en ijzer
Nootmuskaat

Slide 5 - Question de remorquage

Welk van de onderstaande zinnen over de handel in het Oostzeegebied is juist?
A
Nederland was de belangrijkste speler in de handel met het Oostzeegebied.
B
Nederland werd rijk van de handel tussen andere Europese landen in het Oostzeegebied.

Slide 6 - Quiz

Welk land had de controle over de Sont en hief tol?

A
Denemarken
B
Zweden
C
Estland
D
Duitsland

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurde er bij de Sont?

Slide 8 - Question ouverte

Welke eigenschappen van de Nederlandse handelsschepen maakten dat de transportkosten laag konden blijven?
A
De schepen waren laag
B
De schepen waren licht
C
De schepen waren smal
D
De schepen waren traag

Slide 9 - Quiz

Een stapelmarkt is:
A
Een markt waar producten in stapels worden aangeboden
B
Plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om verhandeld te worden

Slide 10 - Quiz

handelswaren 
haven 
pakhuizen
stapelmarkt

Slide 11 - Question de remorquage

Stapelmarkt
WIC
Plantage
Oostzeevaart
VOC

Slide 12 - Question de remorquage

Welke rechten had de V.O.C?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is een handelsfactorij?
A
Verstrekt fort aan de kust
B
Oud en vervallen kasteel
C
Plek waar schepen gemaakt werden
D
Stad langs de zijderoute

Slide 14 - Quiz

Welke compagnie werd er naast de VOC in 1621 opgericht?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de juiste omschrijving van een plantage?

A
Een natuurgebied waar veel gewassen groeien
B
Een aangelegd stuk land waar gewassen worden verbouwd
C
Een aangelegd stuk natuurgebied waar gewassen gecontroleerd groeien

Slide 16 - Quiz

Wat hield de driehoekshandel in?

A
Handel tussen Nederland, Afrika en Azië
B
Handel tussen Nederland, Denemarken en Zweden
C
Handel tussen Nederland, Afrika en Amerika

Slide 17 - Quiz

De WIC- schepen varen in een driehoek. 
Bekijk eerst de 3 pijlen. Wat is er op het WIC- schip te vinden? 
Sleep de woorden naar het juiste WIC-schip:
Hierna: fimpje WIC (+ 2 min.)
goud
wapens
kleding
slaven
koffie
cacao
tabak
suiker
drank
ivoor

Slide 18 - Question de remorquage

Wat hield de trans-Atlantische slavenhandel in?

A
Slavenhandel van de WIC
B
Slavenhandel van de VOC
C
Slavenhandel van de Oostzeehandel

Slide 19 - Quiz

Maak 7.3 af
Leer de reisdoelen
Leer de begrippen backpack

Slide 20 - Diapositive