oefenvragen dossiertoets Rusland/KO

Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist?
De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.
1 / 44
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist?
De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.

Slide 1 - Quiz

economisch systeem van VS

Slide 2 - Question ouverte

financieel hulp van Amerika na de Tweede Wereldoorlog

Slide 3 - Question ouverte

Sleep de onderdelen naar het juiste onderdeel van de Russische revolutie
Lenin neemt de macht
De tsaar wordt afgezet
Communisme wordt ingevoerd
Eigendom wordt afgenomen
het leger hielp de demonstranten
Februari revolutie
Oktoberrevolutie

Slide 4 - Question de remorquage

Democratie
Dictatuur
Communisme
kapitalisme
vrijheid
onderdrukking

Slide 5 - Question de remorquage


                     4 gebeurtenissen
     Wat is de goede volgorde van tijd?
A
Val Berlijnse muur, Cubacris, bouw Berlijnse muur, Korea-oorlog
B
Cubacrisis, val Berlijnse muur, korea-oorlog, bouw Berlijnse muur
C
Korea-oorlog, Bouw Berlijnse muur, Cubacrisis, val Berlijnse muur
D
Bouw Berlijnse muur, Korea oorlog, val Berlijnse muur, Cubacrisis

Slide 6 - Quiz

Op de afbeelding zie je:
A
Berlijnse muur
B
Bombardement Berlijn
C
Luchtbrug
D
Marshallhulp

Slide 7 - Quiz


Twee historische gebeurtenissen waarbij de personen als leiders van hun land betrokken waren, zijn:
Gebruik de bron
A
de val de Berlijnse Muur en de Cubacrisis
B
de blokkade van Berlijn en de bouw van de Berlijnse Muur
C
de bouw van de Berlijnse Muur en de Cubacrisis
D
de Amerikaanse luchtbrug en de bouw van de Berlijnse Muur

Slide 8 - Quiz

In welk jaar viel de Berlijnse muur?
A
1989
B
1979
C
1975
D
1998

Slide 9 - Quiz

Hieronder staan begrippen tijdens de Koude oorlog uitgewerkt. 
Om welk begrip gaat het?
Europa raakte verdeeld. Duitsland werd verdeeld in 4 delen.  
Landen die volledig afhankelijk waren van de Sovjetunie
Reizen tussen het Oost en Westblok was onmogelijk
wedstrijd om zoveel mogelijk wapens te maken
NAVO
wapenwedloop
invloedssferen
Satelietstaten
ijzeren gordijn

Slide 10 - Question de remorquage

periode na de Cubacrisis met minder spanning

Slide 11 - Question ouverte

Over welk Koude oorlog conflict / begrip gaat de spotprent
Berlijnse muur
wapen
wedloop
Cuba 
Crisis
ijzeren
gordijn
Blokkade van Berlijn

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is GEEN crisis van de Koude Oorlog?
A
Cubacrisis
B
Golfoorlog
C
Vietnam Oorlog
D
Berlijnse Muur

Slide 13 - Quiz

de naam van de Amerikaanse politiek waarbij ze het communisme wilde bestrijden

Slide 14 - Question ouverte

grens tussen het oostblok en westblok

Slide 15 - Question ouverte

de 2 militaire bondgenootschappen van de koude oorlog

Slide 16 - Question ouverte

Welke leider was niet betrokken bij de koude oorlog?
A
Stalin
B
Churchill
C
Lenin
D
Roosevelt

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste volgorde
A
poetin, Lenin, chroetsjov, Stalin
B
stalin, lenin, chroetsjov, Poetin
C
lenin, stalin, chroetsjov, poetin
D
lenin, stalin, poetin, chroetsjov

Slide 18 - Quiz

De Vietcong
A
Zijn communistische guerillastrijders uit het noorden
B
Het leger van Zuid-Vietnam
C
de communistische verzetsbeweging in Zuid-Vietnam
D
het leger uit Noord-Vietnam

Slide 19 - Quiz

Wie pleegde de aanslag?
A
IS
B
Al Qaida
C
ETA
D
VN

Slide 20 - Quiz

Onder welke leider werd in 1949 de Volksrepubliek China uitgeroepen?
A
Jian Zemin
B
Hu Jiantao
C
Kim Jong-un
D
Mao Zedong

Slide 21 - Quiz

Hieronder staan nog meer begrippen uitgewerkt
.  
Begrippen 
Let op! Er blijft één over
De supermachten hadden wapens waarbij ze elkaar konden vernietigen, vreemd genoeg kwam het nooit tot een echte oorlog. 
De Amerikanen wilde niet dat het communisme werd verspreid en kwamen met deze politiek. Wilde communisme indammen. Een middel was het marshallplan.
In 1962 kwam het wel heel dichtbij een oorlog. Er ontstond een conflict tussen de Sovjetunie en Amerika over plaatsen van raketten. 
President Eisenhower was dus van mening dat indien Indochina in communistische handen zou vallen, Birma, Thailand, Maleisië en Indonesië zouden volgen
Korea oorlog
domino theorie
Koude oorlog
Containment
Cuba Crisis

Slide 22 - Question de remorquage


Welke beschrijving hoort bij de prent?
A
Door de afnemende wapenwedloop ontstond de Koude Oorlog.
B
Door de bestaande vijandbeelden ontstond een wapenwedloop die niet te stoppen was.
C
Door de nieuwe vijandbeelden kwam er een einde aan de wapenwedloop.
D
Door de toenemende wapenwedloop kwam er een einde aan de Koude Oorlog.

Slide 23 - Quiz

DDR
A
Westen
B
Oosten

Slide 24 - Quiz

DDR
Communistisch
BRD
Kapitalistisch
Democratisch
Dictatuur

Slide 25 - Question de remorquage

Wat was past niet direct bij de totalitaire dictatuur van Stalin?
A
Kolchozen
B
Planeconomie
C
Tsjeka
D
Censuur

Slide 26 - Quiz

Wie waren de grote 3 bij de conferentie van Jalta?

Slide 27 - Question ouverte

Wanneer was de Russische revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1919

Slide 28 - Quiz

Sleep de onderdelen naar het juiste onderdeel van de Russische revolutie
oktoberrevolutie
februarirevolutie
Het leger hielp de opstandige burgers
Lenin neemt de macht
communisme wordt ingevoerd
Eigendom wordt afgenomen
De tsaar wordt afgezet

Slide 29 - Question de remorquage


A
Stalin
B
Lenin
C
Tsaar Nicolaas II
D
Marx

Slide 30 - Quiz

Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin

Slide 31 - Quiz

Wie heeft de macht in Rusland in 1919?
A
Tsaar Nicolaas
B
Lenin
C
Stalin
D
Wilhelm II

Slide 32 - Quiz

Gebied waar een land heel macht en in invloed op heeft

Slide 33 - Question ouverte

beleid van Gorbatsjov waarbij het volk meer vrijheid en openheid gaf

Slide 34 - Question ouverte

Russische economische hervormingen eind jaren 80

Slide 35 - Question ouverte

Militair bondgenootschap waar Nederlands sinds de Koude Oorlog ook lid van is

Slide 36 - Question ouverte

situatie waarin vijandige partijen geen oorlog durven te beginnen uit angst zelf vernietigd te worden

Slide 37 - Question ouverte

Amerikaans idee dat als 1 land communistisch werd, de buurlanden dat snel ook zouden worden

Slide 38 - Question ouverte

Hieronder staan begrippen tijdens de Koude oorlog uitgewerkt. 
Om welk begrip gaat het?
Europa raakte verdeeld. Duitsland werd verdeeld in 4 delen.  
Landen die volledig afhankelijk waren van de Sovjetunie
Reizen tussen het Oost en Westblok was onmogelijk
wedstrijd om zoveel mogelijk wapens te maken
NAVO
wapenwedloop
invloedssferen
Satelietstaten
ijzeren gordijn

Slide 39 - Question de remorquage

Welk begrip past het beste bij de spotprent?

A
Bezettingszones
B
Blokkade van Berlijn
C
Berlijnse muur
D
ijzeren gordijn

Slide 40 - Quiz

Wie is de bedenker van het communisme/socialisme?
A
Lenin
B
De burgers
C
Karl Marx
D
Nicolaas de tweede

Slide 41 - Quiz


Welke Tsaar werd afgezet en later ook door de communisten omgebracht? 
A
Tsaar Nicolaas II
B
Tsaar Vladimir III
C
Prinses Sisi
D
Tsaar Ferdinand I

Slide 42 - Quiz

Stelling: Rusland vocht tegen Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog
A
waar
B
niet waar

Slide 43 - Quiz

Wat is niet waar over de Sovjetunie tijdens de Tweede Wereldoorlog
A
Stalin was aan de macht
B
was in oorlog met Duitsland
C
duurde van 1941 tot 1945
D
betekende het einde van het communisme

Slide 44 - Quiz