oefenvragen dossiertoets Rusland/KO

Koude Oorlog
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Koude Oorlog

Slide 1 - Diapositive

Waarom wordt het conflict tussen de SU en de VS een Koude Oorlog genoemd?
A
Het speelde zich af gedurende een hele lange en koude periode in de geschiedenis
B
Het is nooit tot een directe militaire confrontatie gekomen tussen de VS en de SU geweest

Slide 2 - Quiz

Wanneer was de Koude Oorlog?
A
Tussen 1945 en 1989
B
Tussen 1945 en 1990
C
Tussen 1939 en 1989
D
Tussen 1945 en 1991

Slide 3 - Quiz

Hoe wordt de financiële hulp van de VS na de Tweede Wereldoorlog genoemd?

Slide 4 - Question ouverte

Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist?
De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.

Slide 5 - Quiz

Hoe wordt het economisch systeem van VS (het Westen) genoemd?

Slide 6 - Question ouverte

Democratie
Dictatuur
Communisme
Kapitalisme
Vrijheid
Onderdrukking

Slide 7 - Question de remorquage


                     4 gebeurtenissen
     Wat is de goede volgorde van tijd?
A
Val Berlijnse Muur, Cubacris, bouw Berlijnse Muur, Koreaoorlog
B
Cubacrisis, val Berlijnse Muur, Koreaoorlog, bouw Berlijnse Muur
C
Koreaoorlog, bouw Berlijnse Muur, Cubacrisis, val Berlijnse Muur
D
Bouw Berlijnse Muur, Koreaoorlog, val Berlijnse Muur, Cubacrisis

Slide 8 - Quiz

Op de afbeelding zie je:
A
Berlijnse muur
B
Bombardement Berlijn
C
Luchtbrug
D
Marshallhulp

Slide 9 - Quiz


Twee historische gebeurtenissen waarbij de personen als leiders van hun land betrokken waren, zijn:
Gebruik de bron
A
de val de Berlijnse Muur en de Cubacrisis
B
de blokkade van Berlijn en de bouw van de Berlijnse Muur
C
de bouw van de Berlijnse Muur en de Cubacrisis
D
de Amerikaanse luchtbrug en de bouw van de Berlijnse Muur

Slide 10 - Quiz

Waarom besloot Stalin tot de Blokkade van Berlijn?

Slide 11 - Question ouverte

In welk jaar viel de Berlijnse muur?
A
1989
B
1979
C
1975
D
1998

Slide 12 - Quiz

Over welk gebeurtenis in de Koude oorlog conflict gaat de spotprent?
Berlijnse Muur
Wapen-
wedloop
Cuba 
Crisis
IJzeren
Gordijn
Blokkade van Berlijn

Slide 13 - Question de remorquage

Wat is GEEN crisis uit de Koude Oorlog?
A
Cubacrisis
B
Golfoorlog
C
Vietnamoorlog
D
Berlijnse Muur

Slide 14 - Quiz

De naam van de Amerikaanse politiek waarbij ze het communisme wilde tegenhouden

Slide 15 - Question ouverte

De grens tussen het Oostblok en Westblok

Slide 16 - Question ouverte

De twee militaire bondgenootschappen van de koude oorlog

Slide 17 - Question ouverte

Welke leider was niet betrokken bij de koude oorlog?
A
Stalin
B
Churchill
C
Lenin
D
Roosevelt

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
Poetin, Lenin, Chroesjtsjov, Stalin
B
Stalin, Lenin, Chroesjtsjov, Poetin
C
Lenin, Stalin, Chroesjtsjov, Poetin
D
Lenin, Stalin, Poetin, Chroesjtsjov

Slide 19 - Quiz

Wie pleegde de aanslag?
A
IS
B
Al Qaida
C
ETA
D
VN

Slide 20 - Quiz

Onder welke leider werd in 1949 de Volksrepubliek China uitgeroepen?
A
Jian Zemin
B
Hu Jiantao
C
Kim Jong-un
D
Mao Zedong

Slide 21 - Quiz

Hieronder staan nog meer begrippen uitgewerkt
.  
Begrippen 
Let op! Er blijft één over
De supermachten hadden wapens waarbij ze elkaar konden vernietigen, vreemd genoeg kwam het nooit tot een echte oorlog. 
De Amerikanen wilde niet dat het communisme werd verspreid en kwamen met deze politiek. Wilde communisme indammen. Een middel was het marshallplan.
In 1962 kwam het wel heel dichtbij een oorlog. Er ontstond een conflict tussen de Sovjetunie en Amerika over plaatsen van raketten. 
President Eisenhower was dus van mening dat indien Indochina in communistische handen zou vallen, Birma, Thailand, Maleisië en Indonesië zouden volgen
Koreaoorlog
Domino theorie
Koude oorlog
Containment
Cuba Crisis

Slide 22 - Question de remorquage


Welke beschrijving hoort bij de prent?
A
Door de afnemende wapenwedloop ontstond de Koude Oorlog
B
Door de bestaande vijandbeelden ontstond een wapenwedloop die niet te stoppen was
C
Door de nieuwe vijandbeelden kwam er een einde aan de wapenwedloop
D
Door de toenemende wapenwedloop kwam er een einde aan de Koude Oorlog

Slide 23 - Quiz

DDR
A
Westen
B
Oosten

Slide 24 - Quiz

DDR
Communistisch
BRD
Kapitalistisch
Democratisch
Dictatuur

Slide 25 - Question de remorquage

Wie waren de grote 3 bij de conferentie van Jalta in febrauri 1945?

Slide 26 - Question ouverte

Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1919

Slide 27 - Quiz


A
Stalin
B
Lenin
C
Tsaar Nicolaas II
D
Karl Marx

Slide 28 - Quiz

Wie heeft de macht in Rusland in 1919?
A
Tsaar Nicolaas
B
Lenin
C
Stalin
D
Wilhelm II

Slide 29 - Quiz

Een gebied waar een land veel macht en invloed op heeft

Slide 30 - Question ouverte

Beleid van Gorbatsjov waarbij het volk meer vrijheid en openheid gaf

Slide 31 - Question ouverte

Russische economische hervormingen eind jaren 80

Slide 32 - Question ouverte

Militair bondgenootschap waar Nederlands sinds de Koude Oorlog ook lid van is

Slide 33 - Question ouverte

Situatie waarin vijandige partijen geen oorlog durven te beginnen uit angst zelf vernietigd te worden

Slide 34 - Question ouverte

Amerikaans idee dat als één land communistisch werd, de buurlanden dat snel ook zouden worden

Slide 35 - Question ouverte

Hieronder staan begrippen tijdens de Koude oorlog uitgewerkt. 
Om welk begrip gaat het?
Europa raakte verdeeld. Duitsland werd verdeeld in 4 delen.  
Landen die volledig afhankelijk waren van de Sovjetunie
Reizen tussen het Oost en Westblok was onmogelijk
wedstrijd om zoveel mogelijk wapens te maken
NAVO
Wapenwedloop
Invloedssferen
Satellietstaten
IJzeren Gordijn

Slide 36 - Question de remorquage

Welk begrip past het beste bij de spotprent?

A
Bezettingszones
B
Blokkade van Berlijn
C
Berlijnse Muur
D
IJzeren Gordijn

Slide 37 - Quiz

Wie is de bedenker van het communisme/socialisme?
A
Lenin
B
Stalin
C
Karl Marx
D
Nicolaas II

Slide 38 - Quiz

Stelling: Rusland vocht tegen Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Wat is niet waar over de Sovjetunie tijdens de Tweede Wereldoorlog
A
Stalin was aan de macht
B
SU was in oorlog met Duitsland
C
Oorlog duurde van 1941 tot 1945
D
Het betekende het einde van het communisme

Slide 40 - Quiz