1. levensfasen

Onderwerp 1:
LEVENSFASEN

1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Onderwerp 1:
LEVENSFASEN

Slide 1 - Diapositive

Opdracht 1 Levensfasen

Klik HIER om naar de website (digiboek) te gaan.

Lees de informatie, bekijk het filmpje en beantwoord daarna de vragen in je LessonUp.

Slide 2 - Diapositive

Welke levensfasen worden er benoemd? Zet ze ook in de juiste volgorde.

Slide 3 - Question ouverte

Omschrijf het begrip: lichamelijke ontwikkeling

Slide 4 - Question ouverte

Omschrijf het begrip: geestelijke ontwikkeling

Slide 5 - Question ouverte

Omschrijf het begrip: sociale ontwikkeling

Slide 6 - Question ouverte

Opdracht 2 Puberteit


Klik HIER om naar de website (digiboek) te gaan.

Lees de teksten, bekijk de filmpjes en beantwoord daarna de vragen in je LessonUp.

Slide 7 - Diapositive

Wanneer begint de puberteit?
A
Als je rond je 12e jaar bent
B
B. Als je schaamhaar begint te groeien
C
C. Als je bent uitgegroeid

Slide 8 - Quiz

Opdracht 3 Jongen/Meisje

Klik HIER om naar de website (digiboek) te gaan.

Lees de teksten, bekijk de filmpjes en beantwoord daarna de vragen in je LessonUp.

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn geslachtskenmerken?
(omschrijf, géén voorbeelden)

Slide 10 - Question ouverte

Wat zijn primaire geslachtskenmerken?
(omschrijf, géén voorbeelden)

Slide 11 - Question ouverte

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?
(omschrijf, géén voorbeelden)

Slide 12 - Question ouverte

Welke van de volgende kenmerken zijn primaire geslachtskenmerken?
A
balzak-borsten-schaamlippen
B
penis-schaamhaar-eierstok
C
eierstok-baarmoeder-zaadlozing
D
eierstok-penis-balzak

Slide 13 - Quiz

Welke van de volgende kenmerken zijn secundaire geslachtskenmerken?
A
zaadlozing-borsten-schaamhaar
B
penis-schaamhaar-eierstok
C
eierstok-baarmoeder-zaadlozing
D
eierstok-penis-balzak

Slide 14 - Quiz

Vrouwelijke primaire geslachtskenmerken
Mannelijke primaire geslachtskenmerken
schaamlippen
eierstokken
baarmoeder
vagina
penis
teelbal
balzak

Slide 15 - Question de remorquage

Welke delen van de geslachtsorganen zie je aan de buitenkant bij meisjes?

Slide 16 - Question ouverte

Welke delen van de geslachtsorganen zie je aan de buitenkant bij jongens?

Slide 17 - Question ouverte

Opdracht 4 Wat verandert er in de puberteit?


Klik HIER om naar de website (digiboek) te gaan.
Lees de teksten, bekijk de filmpjes en beantwoord daarna de vragen in je LessonUp.

Slide 18 - Diapositive

Welke veranderingen zie je bij  jongens  in de puberteit?

A
schaamhaar-sterkere spieren-menstruatie
B
sterkere spieren -okselhaar-lagere stem
C
baardgroei-borsten-schaamhaar
D
okselhaar-meer vet onder de huid-baardgroei

Slide 19 - Quiz

Welke veranderingen zie je bij meisjes in de puberteit?

A
schaamhaar-sterkere spieren-menstruatie
B
sterkere spieren -okselhaar-lagere stem
C
baardgroei-borsten-schaamhaar
D
okselhaar-meer vet onder de huid-borsten

Slide 20 - Quiz

Jongens en meisjes komen tussen de
A
de 10 en 16 jaar in de puberteit
B
tussen 15 en 19 jaar in de puberteit.

Slide 21 - Quiz

De nieuwe lichamelijke verschillen in de puberteit heten:
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken

Slide 22 - Quiz

WAAR
NIET WAAR
Noem de secundaire geslachtskenmerken van jongens

Slide 23 - Carte mentale

WAAR
NIET WAAR
Noem de secundaire geslachtskenmerken van meisjes

Slide 24 - Carte mentale

Opdracht 5 Hormonen

Klik HIER om naar de website (digiboek) te gaan.
Lees de teksten, bekijk de filmpjes en beantwoord daarna de vragen.

Slide 25 - Diapositive

Bij meisjes begint de groeispurt eerder  dan bij jongens.
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quiz

Jongens worden langer dan meisjes
A
goed
B
fout

Slide 27 - Quiz

Jongens groeien vanaf hun 14 de jaar niet meer.
A
goed
B
fout

Slide 28 - Quiz

Hormonen ______________van alles met je lichaam. 
een ander woord voor hormonen is ____________
Hormonen worden gemaakt in _______________
Via het _____________ komen de hormonen bij alle organen. 
doen
regelstoffen
hormoonklieren
bloed

Slide 29 - Question de remorquage

Hormonen _______________ organen wat ze moeten doen.
Hormonen regelen dat zaadballen ______________ gaan maken. 
Hormonen regelen dat meisjes ___________ krijgen. 
zaadcellen
vertellen
borsten

Slide 30 - Question de remorquage

Opdracht 6 Groeispurt

Klik HIER om naar de website (digiboek) te gaan.

Lees de teksten, bekijk de filmpjes en beantwoord de vragen.

Slide 31 - Diapositive

Het groeihormoon regelt:
A
de snelle groei
B
het maken van zaadcellen.

Slide 32 - Quiz

Doordat botten groeien, krijg je
................... armen en benen.
A
langere
B
kortere

Slide 33 - Quiz

Bij elke .............. ontstaan
twee nieuwe cellen.
A
celdeling
B
celgroei

Slide 34 - Quiz

Dit hormoon wordt door het ............... naar
alle cellen gebracht.
A
bloed
B
de botten

Slide 35 - Quiz

Na de eerste celdeling zijn __________ cellen ontstaan.

A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 36 - Quiz

Na de tweede celdeling zijn __________ cellen ontstaan.

A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 37 - Quiz

Na de derde celdeling zijn __________ cellen ontstaan.

A
4
B
6
C
8
D
16

Slide 38 - Quiz

Bekijk de grafiek.
Drie leerlingen zeggen iets naar aanleiding van de grafiek.
Wie heeft gelijk?


A
De groeispurt is bij jongens later dan bij meisjes.
B
De groeispurt is bij jongens eerder dan bij meisjes.
C
De groeispurt is bij jongens en meisjes op dezelfde leeftijd.

Slide 39 - Quiz


Uit de grafiek blijkt dat meisjes met 16 jaar uitgegroeid zijn.




A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quiz


Een groeispurt is een periode van snelle groei.




A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quiz

Opdracht 7 Hygiëne
Klik HIER om naar de website (digiboek) te gaan.
Lees de informatie: algemeen, meisjes en jongens en acné.

Maak daarna de vragen.

Slide 42 - Diapositive


Veel meisjes hebben afscheiding. Wat is dat?


A
witgelige vloeistof die uit je vagina komt
B
waarschuwing dat je ongesteld wordt
C
dat heb je alleen als je zwanger bent
D
dat krijg je als je je niet goed schoonhoudt

Slide 43 - Quiz

Wat kun je het best doen aan die afscheiding?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
elke dag schoon katoenen ondergoed aantrekken
B
was je vagina alleen met lauw water
C
gebruik geen zeep.

Slide 44 - Quiz

Waarom kun je beter geen zeep gebruiken?

Slide 45 - Question ouverte

Waarom hebben meisjes meer kans om een blaasontsteking te krijgen?

Slide 46 - Question ouverte

Wat is smegma?

Slide 47 - Question ouverte

Puistjes/ acne: ontsteking door bacterien en verstopping door talg

Slide 48 - Diapositive

Acné

Slide 49 - Diapositive

Wat is acné?

Slide 50 - Question ouverte

Zet in de juiste volgorde
Door veranderingen in o.a. hormonen neemt de productie van talg toe.

Haarfollikel raakt verstopt door ophoping van dode huidcellen en talg

Overmatig talg hoopt zich op in de uitgang en gaat ontsteken

De talg komt vrij in de huid en leidt tot verdere ontsteking en een puist

Slide 51 - Question de remorquage

Puistjes zijn?

A
besmettelijk
B
niet besmettelijk

Slide 52 - Quiz


Jeugdpuistjes krijg je vooral door:


A
Te veel televisie kijken.
B
Veel chocolade eten.
C
Erfelijke aanleg en leeftijd.

Slide 53 - Quiz

Wat kun je beter niet doen als je puistjes hebt?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Je huid goed schoon houden.
B
Je huid afdekken met veel make-up.
C
Je huid afsluiten met muts of helm.
D
Je puistjes uitknijpen.

Slide 54 - Quiz

In de __________ kun je last krijgen van puisten.
Soms alleen op je rug, soms in je __________
Talg is een vettige stof die je huid beschermt tegen __________.
De talg kan niet meer weg en hoopt zich op in de huid: een __________
Als er in een mee-eter bacteriën gaan groeien, ontstaat er een __________ Dat is een __________
zet de woorden op de goede plaats
gezicht
1
2
4
5
6
3
mee-eter
puist
ontsteking
puberteit
uitdroging

Slide 55 - Question de remorquage