Haven transport

Haven transport
Haven transport
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeTaal+2BasisschoolGroep 4-6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Haven transport
Haven transport

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga ik leren?

  • Je leert wat het begrip 'transport' betekent
  • Je weet welke soorten vervoersmiddelen er worden gebruikt in de haven
  • Je weet welke beroepen belangrijk zijn in de transport naar de haven




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 5 verschillende vervoersmiddelen. 
Schrijf ze op je wisbordje.
n.

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Met importen haal je goederen of diensten uit het buitenland, met exporteren worden er diensten of goederen aan het buitenland besteed.
Even herhalen...

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Transport naar de haven van Rotterdam
Lees de tekst
Mensen verplaatsen zich van de ene plek naar de andere. Dat heet vervoer of transport. Ook spullen worden vervoerd. Een ander woord voor spullen is goederen. Je kunt goederen vervoeren met de auto, de trein, de bus, de boot, het vliegtuig of de fiets. Dat zijn allemaal vervoersmiddelen.

Slide 5 - Diapositive

Laat de kinderen de tekst zelfstandig of gezamenlijk lezen 
Welke beroepen zijn er die goederen vervoeren bij en naar de haven?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Bekijk tot max 03:00
Kijk vraag: welke voertuigen zie jij voorbijkomen in dit filmpje? Welke beroepen horen hierbij?
Lees de tekst
Lees de tekst
Goederen kun je op verschillende manieren vervoeren. Ieder vervoermiddel heeft voordelen en nadelen. In de haven van Rotterdam komen veel goederen aan met grote zeeschepen. Vaak zitten ze in containers. Ze worden in de haven overgeladen op een
ander vervoermiddel. Dat heet overslaan.

Slide 8 - Diapositive

Laat de kinderen de tekst zelfstandig of gezamenlijk lezen.
Aan de slag!
Er moeten grote rioolpijpen vervoerd worden vanaf de Eemhaven naar Katendrecht, voor de riolering van de nieuwe huizen! Wat is de snelste weg? In welk voertuig zou jij het vervoeren?

Teken de route op de kaart uit en beschrijf hoe jij de rioolpijp zou vervoeren!  Welke beroepen zijn er nodig om dit te vervoeren?

Slide 9 - Diapositive

Gebruik de geprinte kaart van de port of Rotterdam hierbij en laat ze in tweetallen of groepjes hierop tekenen. Op de achterkant of op een ander blaadje beschrijven ze welke route afgelegd wordt en welke beroepen hiervoor nodig zijn. 

Slide 10 - Lien

Bespreek met de kinderen welke route ze hebben afgelegd en welke voertuigen er zijn gebruikt (en welke beroepen er voorbij zijn gekomen). 
Wat zijn goederen?
A
Dingen die je erg goed kan
B
Producten in een winkel of magazijn
C
Bonnen waarop staat wat er in een doos zit
D
Het bijvullen van vakken in een winkel

Slide 11 - Quiz

Test de kennis!
Wat is een ander woord voor transporteren?
A
knippen
B
oversteken
C
vervoeren
D
teleporteren

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer goederen van het ene naar het andere transportmiddelen worden overgeladen heet dit ....
A
wisselspaak
B
spaakslag
C
overslag
D
overspaak

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions