Haven transport

Haven transport
Haven transport
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeTaal+2BasisschoolGroep 4-6

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Haven transport
Haven transport

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga ik leren?

  • Je leert wat het begrip 'transport' betekent
  • Je weet welke soorten vervoersmiddelen er worden gebruikt in de haven
  • Je weet welke beroepen belangrijk zijn in de transport naar de haven




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Transport?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn vervoersmiddelen? 
n.

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn vervoersmiddelen die gebruikt worden in de haven voor het werk?
A
Heftrucks, kranen en boten
B
Fietsen, scooters
C
schepen, vrachtwagens
D
Moter, auto's en treinen.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beroepen zijn er in de haven of die te maken hebben met haven werk?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Er moeten groot deel van een windmolen vervoerd worden vanaf de ........, voor de nieuwe windmolens! Wat is de snelste weg? In welk voertuig zou jij het vervoeren?

Teken de route op de kaart uit en beschrijf hoe jij het deel zou vervoeren!  Welke beroepen zijn er nodig om dit te vervoeren? schrijf/teken dit erbij!

Slide 8 - Diapositive

Gebruik de geprinte kaart van de port of Rotterdam hierbij en laat ze in tweetallen of groepjes hierop tekenen. Op de achterkant of op een ander blaadje beschrijven ze welke route afgelegd wordt en welke beroepen hiervoor nodig zijn. 
Wat zijn goederen?
A
Dingen die je erg goed kan
B
Producten in een winkel of magazijn
C
Bonnen waarop staat wat er in een doos zit
D
Het bijvullen van vakken in een winkel

Slide 9 - Quiz

Test de kennis!
Wat is een ander woord voor transporteren?
A
knippen
B
oversteken
C
vervoeren
D
teleporteren

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer goederen van het ene naar het andere transportmiddelen worden overgeladen heet dit ....
A
wisselspaak
B
spaakslag
C
overslag
D
overspaak

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions